Op zoek naar de perfecte camera

Hoe krijg ik betere foto’s? En welke rol speelt de camera daarin? Na vier jaar pak ik de draad weer op, in de hoop dat-ie rood is. Met opmerkelijke conclusies.

Na mijn aankoop (in 2018) van de premium compact camera de Panasonic LX15 benadrukte ik vooral de positieve kanten van mijn keuze en was ik minder gevoelig voor de redenen waarom ik alternatieven had afgewezen; cognitieve dissonantie uit het schoolboekje dus.

Na de euforie van de eerste paar maanden brokkelde dat beeld langzaam weer af.

De magische driehoek (diafragma, sluitertijd en ISO) was ondanks al mijn ervaringen nog steeds een dode hoek bij de LX15. Die driehoek vormt de essentie van fotografie.

Op de LX15 lukte het me niet om het resultaat helemaal naar mijn hand te zetten, omdat handmatig instellen uiterst beperkt is.

Er was nog meer dat me niet beviel. De kleuren van de Panasonic staken koud en flets af bij mijn iPhone. Ook de hele manier van werken vond ik gekunsteld; het ding voelt meer als een kleine computer. Knoppen, dat wilde ik. Ik miste het contact met de camera.

Wat nu?

bier in een festivaltent, ergens in Overijssel, foto (c) Tom Beek, Panasonic LX15
foto (c) Tom Beek, Panasonic LX15
De perfecte camera? Panasonic Lumix LX15
De perfecte premium compact camera? Panasonic Lumix LX15
concert Justin Timberlake, foto (c) Tom Beek, Panasonic LX15
Concert Justin Timberlake, foto (c) Tom Beek, Panasonic LX15

Verder kijken

‘Ach de foto’s zijn toch prima’, ‘dat ziet verder niemand’, ‘dat zijn luxeproblemen’, denkt u misschien.

Maar als fotograaf ga je tot het gaatje, net zolang tot je tevreden bent; iets anders is gewoon geen optie.

Ik legde mezelf een hoge standaard op waar ik niet aan kon voldoen. Ik was gefrustreerd — inmiddels heb ik geleerd om dat te omarmen: een teken dat ik er bijna ben — dus binnen een jaar na mijn aanschaf ging de zoektocht weer verder.

Op een middag met een vrij te besteden uur, een zeldzaamheid in mijn leven, liep ik naar binnen bij fotowinkel Engel in Lisse, waar ik wat camera’s kon vasthouden en proberen.

Die ervaring kun je thuis niet kunt nabootsen. De Sony systeemcamera A6000 maakte op mij de meeste indruk. Een prettig in de hand liggende body, meer controle, meer snelheid en een fantastisch beeld. En goed te betalen.

Wat volgde was maanden van research om mijn camera online samen te stellen.

Uiteindelijk gaven de video-mogelijkheden de doorslag: het werd een Sony a6300. Samen met een snelle 56 mm (vast brandpunt) lens van Sigma mocht de nieuwe set gelijk mee op vakantie naar Italië.

Oculus, New York, foto (c) Tom Beek, Sony A6300
Oculus, New York, foto (c) Tom Beek, Sony A6300

Toen veranderde alles

‘En nou is het afgelopen’, zei ik tegen mezelf, ‘alles met de hand. Diafragma, sluitertijd en ISO.

Meters maken en oefenen, net zolang tot ik het begrijp, net zolang tot ik de foto’s krijg die ik wil. Niet de camera bepaalt, maar ikzelf.’

Proberen, analyseren, klooien, herhalen. Tijdens die vakantie veranderde alles. Ik had onbewust een belangrijke grens doorbroken: weten hoe het echt zit. Voortaan liet ik niets meer aan het toeval over.

Door wat ik geleerd had schoven mijn leerdoelen verder op. De vrijheid van alles zelf kunnen bepalen voelde ook een grote verantwoordelijkheid.

Nieuwe vragen, nieuwe problemen.

Zoals: als ik nu weet hoe ik mijn camera optimaal kan instellen, hoe kan ik dan het belangrijkste van alles bepalen, namelijk licht?

En als ik ooit fotograaf van beroep zou willen worden, hoe pak ik dat dan aan? Ik werd nieuwsgierg hoever ik kon komen en zocht de grenzen op. Zou ik me kunnen meten met de professionals die ik zo bewonder?

Goede vragen stellen geeft richting.

Ik experimenteerde vrolijk door. Met allerlei lenzen. Met en zonder autofocus. Met macro. Met portretten, straatfotografie en concertfotografie. Met video.

Verder ontwikkelen

Toen werd het tijd voor fullframe, of misschien nog wel groter. Ik overwoog — en huurde er eentje om te testen — een Fuji GFS50S medium format camera, en was flabbergasted door de resolutie, de kleuren en beeldkwaliteit, maar het gewicht en de prijs stonden me teveel tegen.

In de zomer van 2021 kocht ik een tweedehands Nikon D800, een beest van een camera, het topmodel van tien jaar geleden. Met een battery pack, dus echt een toeter. Als je die meeneemt, gaan mensen voor je opzij. Een prachtig ding MET KNOPPEN, waarmee ik precies kon doen waar ik van droomde: professionele foto’s maken op hele hoge resolutie.

Het waren mooie maanden. Toch was ‘even meenemen’ een heel gedoe met zo’n groot ding. Onder moeilijke lichtomstandigheden deed mijn kleinere Sony het vele malen beter. Door de brakke autofocus zag ik achteraf regelmatig tientallen foto’s die niet scherp op de ogen waren. Die moest ik dus allemaal weggooien (niet handig bij een bruiloft).

Sony fullframe

Inmiddels ben ik de bezitter van een Sony A7C, een hele bedrijfszekere, moderne fullframe-camera. Superieur beeld, extreem snel, altijd scherp op de ogen en heel compact.

Als ik mezelf de vraag stel ‘zou dit hem dan eindelijk zijn?’ moet ik erom lachen. De enige zekerheid is namelijk dat er volgend jaar weer een andere camera aantrekkelijker is.

Ik doe inmiddels ook veel opdrachten. En ben tevreden. Aan de spullen kan het niet meer liggen.

De moraal van dit verhaal: natuurlijk ligt het niet aan de camera. Maar in een Fiat Panda kun je de Formule 1 ook niet winnen.

Wat zie ik wanneer ik vooruit kijk? Cathelijne Esser schrijft over ‘vergezichten in je verbeelding’, dat vind ik mooi omschreven. Dingen om naar uit te kijken. Als het goed is, komt het wel.

Martin Fondse, Ansgar Striepens, Boy Edgar Jam 2022, Metropole Orkest (c) Tom Beek
Martin Fondse, Ansgar Striepens, Boy Edgar Jam 2022, Metropole Orkest (c) Tom Beek, Sony A7C
tom beek (c) hans reitzema

Tom Beek, saxofonist, webdesigner, fotograaf en tekstschrijver. Onregelmatig op Twitter en Instagram. Eindredacteur Jazz Bulletin.

1 gedachte over “Op zoek naar de perfecte camera”

Plaats een reactie