Baas, Lievestro, Goudsmit: zestien snaren klinken als één

Gitarist Reinier Baas trad op 15 juli op tijdens de Robeco Zomerconcerten in de intieme Koorzaal van het Concertgebouw in Amsterdam.

De Robeco Zomerconcerten zijn in zo’n twintig jaar uitgegroeid tot een zeer hoogwaardige en aantrekkelijke concertserie; een traditie om naar uit te kijken. Alle lof voor de organisatie, die vorig jaar de keuze maakte door het talent van de jonge gitarist te erkennen: dit jaar kreeg hij carte blanche. Baas greep zijn kans en nodigde bassist Stefan Lievestro en gitarist Anton Goudsmit uit. Dat hij het zichzelf met deze keuze niet bepaald makkelijk maakte, siert hem.

Jazzgitaristen

Voor jonge jazzgitaristen zijn het moeilijke tijden. Gitaristen die zich onderscheiden met een eigen verhaal en een eigen geluid zijn zeldzaam. Aan de mogelijkheden om met sound te experimenteren kan het in deze tijd, waar vrijwel elke band laptops en effectapparatuur meeneemt op het podium, in elk geval niet liggen. De vraag hoe jazz zich als taal ontwikkelt, lijkt dus onlosmakelijk met deze trend verbonden. Kurt Rosenwinkel wordt alom beschouwd als de grote visionair op zijn instrument. Het is typisch dat er zich voor deze koning van de onderstroom de afgelopen vijf jaar nog geen serieuze opvolger heeft gemeld.

Nederland heeft op gitaargebied een eer hoog te houden. Met cracks als Jesse van Ruller, Martijn van Iterson en Anton Goudsmit kent ons land gitaristen die ook internationaal als toonaangevend worden beschouwd. Gitaarstudenten van over de hele wereld komen ervoor naar Amsterdam. De lat ligt hoog. Dus wanneer er een nieuwe ster aan het firmament verschijnt, moet het er iets bijzonders aan de hand zijn. En dat is met Reinier Baas het geval.

Baas – Goudsmit – Lievestro

Baas (Hilversum, 1985) speelde zich al aardig in de kijker. In 2010 was hij finalist bij de Deloitte Jazz Award en volgde hij Jesse van Ruller op in de supergroep Mona Lisa Overdrive. Eind juni bracht hij More Socially Relevant Jazz Music uit, de debuut-cd uit van zijn eigen groep. Baas wordt gezien als één van de weinige Van Ruller-discipelen die er daadwerkelijk in is geslaagd om een uniek, eigen pad in te slaan. Hij speelt met alle flair die je van een jonge hond verwacht. Hij oogt rustig maar speelt haarscherp. De meest wonderbaarlijke melodieën en akkoorden komen voorbij, vol vernuft en ideeën waar we nog veel meer van willen horen. Zijn spel is kraakhelder, precies en sterk aanwezig. Zijn introverte virtuositeit is aanstekelijk. Hij speelt niet om indruk te maken, maar wordt duidelijk gedreven door de muziek zelf. Opmerkelijk vond ik dat zijn geluid eerder uit zijn vingers lijkt te komen, dan uit de gitaar.

Anton Goudsmit is een performer van wereldklasse, waar iedereen zich meteen bij op zijn gemak voelt. Met zijn grimassen, en het meezingen van wat hij speelt, steelt hij ook deze avond geregeld de show. Maar het is vooral zijn rijke, virtuoze en expressieve spel. Niemand kan fluisteren, zeiken, trekken, spuwen, grommen, knijpen en huilen op een gitaar zoals hij. Goudsmit’s lyrische kant wordt vaak onderbelicht, maar kwam deze avond gelukkig ook volop aan bod.

Meesterbassist Stefan Lievestro lijkt elk jaar in waarde te groeien. Met zijn eigen groepen en projecten is hij continu zichtbaar en voelbaar, en heeft hij zich ontpopt tot stuwend inspirator van de nieuwe lichting jazzmusici. Tijdens het concert straalde Lievestro in aanwezigheid, energie en overzicht. Moeiteloos namen de spelers ritmische functies van elkaar over. Een drummer werd geen moment gemist.

Trio

Temidden van de twee giganten houdt Baas zich moeiteloos staande. Het gelegenheidstrio is aan elkaar gewaagd en klinkt vanaf de eerste noot hecht, intiem en fris. De akoestiek en ambiance van de Koorzaal bleek ook een uitstekende match: het publiek kon elke beweging, elke tempowisseling, alle kreuntjes uitstekend volgen. En volgde dat met plezier. De cohesie — ook met de zaal — was zeer sterk voelbaar, de spelers speelden duidelijk naar elkaar toe. Zestien snaren klonken samen als één.

Ook qua repertoire kozen de heren niet de gemakkelijkste weg. Alledrie droegen ze composities bij. Baas presenteerde en passant nog een fabelachtig nieuw nummer The Giant Everywhere. Ook Lievestro’s Land in zicht en Baas’ En van je stonden als een huis.

Een concert met dynamiek, humor, meerdere hoogtepunten en met Goudsmit’s Boompetit als zinderende finale. Het is te hopen dat ze vaker gaan optreden in deze combinatie. Een indrukwekkend, gevarieerd en gedurfd programma, dus alle lof voor de organisatie van de Robeco Zomerconcerten. Het grote talent Baas stond en bleef kaarsrecht overeind, en dat is gezien de setting een zeer grote muzikale verdienste.

Reageren? Graag!