Dat het even duurde voordat gitarist Peter Tiehuis (1956) een soloplaat maakte, is nog zacht uitgedrukt. Zijn solo-album Heart in Mind zag het levenslicht in november 2021, het jaar waarin hij officieel met pensioen ging bij het Metropole Orkest – en hij heeft hij het naar eigen zeggen ‘drukker dan ooit’.
Toen de plaat werd gemixt, in oktober 2020, sprak ik Peter voor een promovideo; uiteindelijk bleven zowel het interview als de video op de plank liggen. In de tussentijd overleed zijn grote vriend Ack van Rooyen. Ik ben groot fan van deze man en ik vond het interview te leuk vond om niet te publiceren. Bij deze.
Inhoud
Zelf componeren
Peter Tiehuis: ‘Dat ik een eigen cd ging maken heeft inderdaad een hele tijd geduurd. Ik vond dat ik zelf stukken moest aandragen, maar componeren is me altijd heel zwaar gevallen. Gelukkig gaat het me inmiddels steeds makkelijker af.’
‘In 1995 belde Charlie Mariano mij voor een optreden. Maar, zei hij, je moet wel een eigen compositie meenemen. De nacht voor de repetitie hadden we ’s avonds een radio-opname. Daarna ging ik ervoor zitten en toen is het behoorlijk laat geworden – of eigenlijk: vroeg. Om zes uur ’s ochtends ging ik nog even een uurtje liggen. Straks zien we wel verder, dacht ik.’
‘Vrienden zeiden regelmatig: Tie, moet je niet eens een eigen cd maken? Straks heeft iedereen een eigen cd en jij niet. Dus dat zat altijd wel in mijn achterhoofd. ‘
Solist
‘Ik heb altijd graag solo gespeeld. Ik vind gitaar een heel bijzonder instrument. Ik vind het supergaaf om er mooie geluiden uit te halen. En dat is me tot op heden nog steeds gelukt. En dat is denk ik een van de redenen dat ik altijd werk heb gehad. Sound vind ik een van de belangrijkste dingen.’
Op Heart in Mind staan ook composities die anderen speciaal voor hem schreven. Peter Tiehuis: ‘Het is heel bijzonder als mensen speciaal iets voor je schrijven. Een concert in Groningen in 2006, met allemaal composities die voor mij waren gemaakt, heeft me wel bewust gemaakt dat ik iets te melden heb als solist.’
Wie is Peter Tiehuis?
Peter Tiehuis werd op 15 juni 1956 geboren in Almelo. Op 9-jarige leeftijd begon hij klassiek gitaar te spelen; als snel gevolgd door de elektrische gitaar in verschillende pop-, rock- en soulbands.
Hij volgde tussen 1974 en 1979 een klassieke opleiding aan het Twents Conservatorium Enschede en studeerde daarna aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.
Hij is sinds 1996 verbonden aan het Metropole Orkest en ongeveer even zoveel jaar als docent aan het Amsterdams Conservatorium.
Als sessiemuzikant werkte hij onder andere met The Skymasters (1981-1983), Peter Herbolzheimers Rhythm Combination & Brass, Batida, de Chris Hinze Combination, Till Brönner, Wolfgang Haffner, Trijntje Oosterhuis, Lee Towers, Toon Roos, Ilse DeLange, Humphrey Campbell, Toots Thielemans, Benny Goodman, Freddie Hubbard, Stan Getz, Lee Konitz, Tania Maria, Al Jarreau, Tina Turner, Chaka Khan, Charlie Mariano, Vince Mendoza, Mike Stern, Bob Mintzer, The Yellowjackets, Jasper van’t Hof, Elvis Costello, Gino Vannelli, The Brecker Brothers, Pat Metheny, Randy Crawford, George Duke, John Scofield, Herbie Hancock, Steve Vai, Ivan Lins en Ack van Rooyen (+2021).
In 2021 kwam zijn debuut Heart in Mind uit bij ZenneZ Records, met zijn band T5. Daarin spelen naast Peter Tiehuis ook Karel Boehlee, Theo de Jong, Jasper van Hulten en Martin Verdonk.
Gitaar, sound en blues
‘Als vijfjarig jongetje hoorde ik de elektrische gitaar op de radio. Ik was gefascineerd door dat geluid, dat stalen geluid. Ik wist hoe dat ding eruit zag, met die knoppen erop. Het zag er zo mooi uit en dat wilde ik ook.’
‘Blues is eigenlijk de bakermat voor de jazz geweest, maar ook voor de moderne popmuziek. Ik ben opgegroeid met de gitaar uit dat tijdperk: The Shadows, Bill Haley en vlak daarna kwamen The Beatles. Mijn moeder had de hele dag Hilversum 3 aanstaan. Dus de popmuziek uit die tijd was eigenlijk mijn school.’
‘Op een gegeven moment kreeg je Deep Purple en Santana. De muziek ontwikkelde zich zo snel en de sound van de gitaar werd alleen maar interessanter en leuker. Dat heeft mij heel erg geïnspireerd – en nog steeds. Niet dat ik nog vaak naar de muziek luister uit die tijd, maar het zit er op een of andere manier ingebakken.’
‘Ik was helemaal gek van Santana en symfonische rockbands. Ook in Nederland vond ik dat superinteressant, zoals Kajak en Solution. Akkerman was natuurlijk een grote held voor mij.’
Peter Tiehuis: ‘Ook voor Richie Blackmore en Carlos Santana de blues heel belangrijk geweest. Maar van hen krijg je het niet uit de eerste hand. Later ben ik echt gaan graven, toen ik me realiseerde hoe belangrijk het was.’
‘Jimi Hendrix heb ik natuurlijk ook gezien. Dat vond ik zo’n rare gast. Die stak zijn gitaar in de fik, dat snapte ik allemaal niet. Maar de sound die hij maakte, dat ging heel erg diep naar binnen toe. Dat is eigenlijk ook een van de inspiratiebronnen geweest.’
Jazz en gitaarhelden
‘Uiteindelijk begon ik met het imiteren en kopiëren van solo’s van anderen, en proberen het geluid zo dicht mogelijk te benaderen. Een solo zou je ook als een sound kunnen zien.’
‘Rond 1975 speelden de meeste bands de muziek waarmee we opgroeiden, zoals Santana en Focus. Maar op een gegeven moment was er een band in Twente, die heette Mr. BooBoo en die speelde totaal andere muziek. Ze hadden ook blazers. Ze speelden repertoire van Blood, Sweat & Tears, James Brown, Chicago. Een ander invalshoek met meer jazzharmonieën.’
‘Toen kwam George Benson met Affirmation en Breezin’ en hij was voor mij de deur naar de jazz toe. Toen ben ik jazz gaan studeren. Daarna kwamen Wes Montgomery, Jim Hall en Joe Pass om de hoek.’
‘Ik hield van het temperament van Akkerman, die speelde bijna als een flamenco-gitarist’ – Peter Tiehuis
‘Scofield kwam bij mij pas binnen vanaf Still Warm. Daarvoor was hij ook al heel erg bezig, maar toen viel hij nog niet zo op. Dat had met zijn geluid te maken. Zijn geluid werd steeds uitgesprokener en steeds duidelijker voor mij. Hij heeft me ook erg beïnvloed.’
‘Toen ik Pat Metheny voor het eerst hoorde vond ik het maar een zachtgekookt eitje. Ik hield van het temperament van Akkerman, die speelde bijna als een flamenco-gitarist. Terwijl Metheny probeerde om de attack van de gitaar zoveel mogelijk te beperken. Totdat ik hem live zag in Vredenburg, in de tijd van Travels, en toen ging ik helemaal uit mijn plaat.’
‘Soms heeft het tijd nodig bij mij om even binnen te komen. Soms moet je gewoon even wat beter luisteren. Je kunt je ook afsluiten.’
Opnamestudio
‘De muziek die we vroeger op de radio hoorden, kwam uit Amerika. Dat heb ik ook altijd als voorbeeld gehad. Ik ben behoorlijk Amerikaans gericht. ‘
‘Ilse Delange heb ik pas in 2000 leren kennen. Uiteindelijk heb ik twee tours met haar gedaan. En ja, als iemand ook Twents praat, dan is het net je buurmeisje. De afstand wordt dan heel klein. Sowieso, als ik in Twente ben, voel ik me gauw thuis. Alleen al door de taal. De mensen zijn voor mij comfortabeler.’
‘Als ik in Twente ben, voel ik me thuis’ – Peter Tiehuis
‘Op gegeven moment wil je thuis dingen opnemen, dus ik was in de weer met een viersporen-cassettedeck. Daar deden we van alles mee, heen en weer opnemen, demootjes maken. Een van mijn vrienden studeerde medicijnen en had een joekel van een studiobandrecorder van Brunel, met grote haspels en een 1-inch band. Met een Soundcraft mengpaneel, 12-kanaals, echt groot. Daar maakten we in de zomervakanties opnamen mee. Dat was nog met Danny Sahupala, hartstikke leuk. Maar steeds als hij dan weer ging studeren, ging dat spul naar de zolder van zijn ouders. Dan stond het daar weer een paar maanden met een laken erover. Toen vroeg ik hem of ik het gebruiken. Als het spul stil blijft staan, gaat het oxideren, zei ik. Je kunt het beter gebruiken. Lang verhaal kort: ik mocht ‘m ophalen. Toen had ik ineens een opnamestudio. Daardoor kreeg ik ook werk om muziek te maken, onder andere voor de shows van Herman Finkers. Zo heb ik hem leren kennen. Toen was ik begin twintig. Daar is de vriendschap uit voortgekomen.’
Eigen band
‘Ik vind vriendschap ook heel belangrijk bij het muziek maken. Het spelen is heel belangrijk, maar het sociale aspect – en het is misschien gek om te zeggen – is net zo belangrijk.’
‘Zeker in mijn eigen band wil ik gewoon een goed gevoel hebben. Geen ingewikkelde toestanden, het gaat gevoelsmatig. De keuze voor mijn medemuzikanten is ook vanuit die vriendschap voortgekomen. Theo en Karel ken ik ook al zo lang. Veel samen spelen, vanaf het begin. Theo leerde ik kennen via Rob Franken, eind jaren ‘70. Toen leerde ik Marcel Serierse kennen en Hans Vroomans. Dat zijn vrienden geworden. Met een eigen band, dat is spelenderwijs zo gekomen, niet bewust. Op een gegeven moment denk je: hé, dit klinkt goed, daar kunnen we wel een cd mee maken.’
‘Met Mike Boddé heb ik veel in ’t Oude Pothuys gespeeld. We deden ook veel impro’s. Zonder stukken. Mike had daar ook een soort protocol bij, om het publiek erbij te betrekken. Hij kan natuurlijk heel goed presenteren. We wilden daarmee de theaters in, dat is helaas nog niet gelukt.’
‘Spelen is heel belangrijk, maar het sociale aspect is net zo belangrijk’ – Peter Tiehuis
De taal van het hart
‘In de coronatijd viel me op hoe belangrijk het is om te spelen, live met elkaar, voor een zaal. Om te voelen hoe je mensen kan raken. Tijdens de corona dacht ik eerst: we kunnen nu niet spelen dus misschien moet ik wachte met een plaat uitbrengen. Maar nu denk ik het omgekeerde: juist wél iets uitbrengen, omdat het heel belangrijk is voor mensen om muziek te horen. Dan maar via de media of via een cd, wat dan ook. Muziek geeft afleiding, troost en hoop. Wat het precies is, weet ik niet.’
‘Het is inspirerend om met heel goede mensen te spelen. Herbie Hancock en George Duke, het is natuurlijk waanzinnig om daarnaast te zitten. Dat is het mooie van muziek, het kan me mateloos inspireren.’
‘Het is de taal van het hart. Mijn eerste compositie heet daarom Heart in mind. Ik weet alleen bij God niet meer waarom ik dat tóen zo genoemd heb. Het is de titel geworden van mijn eerste solo-album.’
Ack, vriend en mentor
Peter Tiehuis: ‘Toen ik Eef Albers verving bij The Skymasters en bij Peter Herbolzheimer leerde ik Ack van Rooyen kennen. Ik was net professioneel muzikant. Ack en ik waren maatjes vanaf het eerste moment. Dat is heel makkelijk met hem. We reden veel samen naar Duitsland. ’s Middags aankomen, inchecken en even de stad in. Dan gingen we samen wandelen en winkeltjes bezoeken. We hadden altijd verschrikkelijk veel lol.’
‘Ack is voor mij een soort mentor op heel veel vlakken, ook op muzikaal gebied. Ik had in het begin veel last van zenuwen. Ack bracht me op het goede spoor door me bewust te maken dat ik met de verkeerde dingen bezig was. Door vragen te stellen. Hij heeft me gewoon de weg laten zien op veel vlakken. Al had hij het zelf soms ook niet makkelijk. Ik was kritisch en hij ook, maar dan een paar kilometer verder. Het is geen probleem om een probleem te hebben, zei hij weleens. Dat is een hele diepe. Als je dan iets zei en hij voelde zich aangesproken, dan zei hij It’s not easy to be stupid. Hij had veel van dat soort uitspraken, veel humor en geweldige oneliners.’
Tom Beek in gesprek met gitarist Peter Tiehuis.
Mooi •
dankjewel Paul!