Olga Meijer over auteursrecht: ‘Consument niet op zijn kop geven’

Hoe staat het nu met de juridische positie van auteurs? Is de Auteurswet verouderd door de komst van ... Lees meer

Hoe staat het nu met de juridische positie van auteurs? Is de Auteurswet verouderd door de komst van het Internet? Komt er een downloadverbod? Is Creative Commons de oplossing? En hoe moet het nu verder met de BUMA/STEMRA? Deze en andere prangende vragen stelde ik aan iemand die het kan weten: juriste en muzikante Olga Meijer.

olgameijer foto (c) tom beek
Mr. Olga Meijer werkte zelf bij de BUMA/STEMRA en is specialist in auteursrecht.

Wie is Olga Meijer?

Vanuit haar eigen bedrijf Olga Meijer Juridisch Advies combineert ze het zingen met haar juridische praktijk.

Mr. Olga Meijer:‘Als 12-jarig zangeresje was ik ooit bij Stuif-es-in. Nadien vroeg een tijdschrift me wat ik wilde worden. Er stond: “Olga twijfelt nog of ze zangeres wil worden of advocaat”.’

‘Na mijn conservatoriumstudie ben ik rechten gaan studeren. Heb me helemaal suf geschnabbeld om mijn studie te betalen. Na mijn afstuderen kwam de BUMA/STEMRA met een aanbod. Het was mijn eerste grotemensen-baan.’

‘Ik heb nog een tijdje geprobeerd op mijn vaste baan en mijn activiteiten als zangeres te combineren: overdag werken, ‘s avonds spelen. Maar dat was te heavy. Nu ik freelancer ben, kan ik het allebei doen. Op mijn eigen tempo, in mijn eigen tijd, op mijn eigen voorwaarden, op een veel hoger niveau dan toen ik zo’n vorm werd geduwd.’

‘Het beeld dat ik als kind had van advocaat, is dat van Amerikaanse series. De werkelijkheid is natuurlijk anders. Maar dat beeld trok me wel aan. Het is een heel verbaal beroep.’

‘Dat je zo met taal aan het schipperen bent, maakt het ook een heel creatief beroep. Eén woordje kan net de strekking veranderen in je brief. Dat kan in een rechtszaak van doorslaggevende betekenis zijn. Je moet dus verdomd goed weten wat je schrijft, hoe je het formuleert, hoe je het opbouwt, je moet een dossier kunnen overzien, hoofd- en bijzaken kunnen onderscheiden.’

Olga Meijer (1969) zingt bij Karin Bloemen, met het Metropole Orkest en werkt al meer dan vijfentwintig jaar als professioneel zangeres. Ze is ook jurist. Ze werkte een tijd voor de BUMA/STEMRA. Haar expertise is auteursrecht en intellectueel eigendom. Een verhelderend gesprek met een meester in de rechten die — en dat is uitzonderlijk — zelf ook op het hoogste niveau muziek maakt. Een pittige tante die zowel de muziekwereld als de juridische wereld door en door kent, en opkomt voor de auteurs.

De positie van de auteur

Olga Meijer: ‘Er is nu een nieuw wetsvoorstel over het auteurscontractenrecht, om de auteur beter te beschermen. Als je je rechten overdraagt, moet in het contract goed worden gespecificeerd voor welke exploitatie je het overdraagt: voor welk gebruik, voor hoeveel jaar enzovoorts. Ook moet er tegenover elke exploitatie een billijke vergoeding staan. En zit er een non usus-bepaling in: wanneer je werk/creatie niet wordt gebruikt door degene aan wie je de rechten hebt overgedragen, mag je de rechten onder bepaalde omstandigheden terugvragen. Golden Earring heeft dat bijvoorbeeld gedaan. Zo kun je het dus zelf gebruiken of het ergens anders onderbrengen. Er zit ook een zogenaamde ‘bestseller’-bepaling in. Als je een lage afkoopsom of relatief laag percentage hebt gekregen voor een plaat of boek en die blijkt véél beter te verkopen dan verwacht, dan kun je naar de geschillencommissie en zeggen: mijn aandeel is niet meer in verhouding. Ik verwacht dat dit wetsvoorstel in mei 2013 pas erdoor is.’

‘De positie van de auteur en zeker van de uitvoerend kunstenaar in Nederland is slecht. We laten ons vaak gewoon piepelen met zijn allen. In 1912 kwam de Auteurswet, die beschermde alleen de auteurs/makers: schrijvers, componisten, fotografen. Maar niet de uitvoerenden, dus geen acteurs en geen muzikanten. In 1913 kwam de BUMA/STEMRA. Die zat er bovenop en vergaarde zo een enorme positie. Bij het maken van de wetten kwamen de muzikanten en acteurs achteraan in de rij. Pas in 1993 kwam de Wet op de Naburige Rechten, die de acteur en de muzikanten beschermt. Dat was al zo’n achterstand, ook op de markt. Niemand wilde daarvoor betalen. Sena (muzikanten) had nog wel een goede wettelijke positie. Maar voor de acteurs was het veel moeilijker.’

‘In Amerika heerst een historisch gefundeerde vakbondscultuur. De union bepaalt de contractvorm, heeft stakingsrecht en onderhandelt je voorwaarden uit. Dan sta je heel sterk. Je kunt als muzikant of acteur pas werken als je aangesloten bent bij de vakbond. Iedereen is dus aangesloten bij de vakbond en dus gebonden aan de voorwaarden en prijzen die de vakbond uitonderhandelt. In Nederland kan iedereen zeggen dat ie acteur is of muzikant en onder de prijs gaan zitten. We hebben hier wel vakbonden, maar die mogen geen prijsafspraken maken, dat mag niet van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Dan zou er namelijk sprake zijn van een kartel van artiesten.’

De auteurswet en Internet

Ik ben het nog steeds eens met de uitgangspunten van de oorspronkelijke Auteurswet uit 1912. Als je iets maakt, mag niet een ander ermee vandoor gaan. Je mag niet andermans werk pikken. Ook in de tijd van het Internet blijft de wet nog steeds overeind. Het auteursrecht en alle auteursrechtelijk relevante handelingen zijn zó breed omschreven, dat het Internet en alle handelingen op Internet daar ook onder vallen.’

‘Kijk naar Spotify: die betaalt aan de platenmaatschappijen. Ook al wordt het fysieke eigendom van de muziek (de CD) niet meer overgedragen, de muziek wordt ter beschikking gesteld, daar is nog steeds toestemming voor nodig. Die wordt — met uitzondering natuurlijk van Pirate Bay-achtige partijen — ook verkregen.’

‘Alleen de inkomsten die met het Internet worden gegenereerd zijn natuurlijk véél lager dan vroeger met de CD verkoop. Er zijn gewoon andere business modellen, waarbij tegen een relatief laag bedrag enorm veel muziektracks te krijgen zijn. Een muzikant verdient zijn geld hoofdzakelijk met spelen en niet met platen verkopen. Het is heel anders. Maar ik ben er niet voor om te zeggen: doe dan maar gratis.’

‘Spotify is gewoon een commercieel bedrijf, dat heel veel geld verdient met iets wat iemand anders gemaakt heeft. Dus ik vind dat de maker daar ook iets van moet zien. Maar het is natuurlijk vreemd dat de muzikant daar weinig aan overhoudt, terwijl Spotify altijd roept dat ze als doel hebben om de maker een fair share te geven. Een veel leukere ontwikkeling vind ik dat artiesten door YouTube of social media ineens aanhangers krijgen, zoals Bernhoft. Muzikanten zijn doorgaans niet zo zakelijk en handig, daarom zie je nu dat ze nog steeds een middle man blijven inschakelen die hen promoot en toegang geeft tot het internet, dat vervangt eigenlijk de platenmaatschappij. Het is eenvoudiger dan ooit om het in eigen hand te houden.’

Downloadverbod

Een tijd geleden heeft staatssecretaris Teeven een downloadverbod voorgesteld, nadat de producenten van de entertainment industrie flink hadden gelobbyd. Het downloadverbod zegt: downloaden mag niet meer, omdat het inkomstenderving is voor de makers. Zoals de situatie nu is, mag je downloaden. Want, zei de minister een aantal jaren geleden, het downloaden is een kopie voor eigen gebruik, en dat is een thuiskopie, dus dat mag. Dat verbod van Teeven komt er niet, want er is geen meerderheid in de Tweede Kamer voor. Het verbod is heel impopulair bij de kiezers. Die willen gratis Internet en gratis beschikken over muziek.’

‘Verbieden is niet de weg. Het is de slechtste weg. Ik heb liever dat wij makers door de Thuiskopie-heffing via de achterdeur toch nog geld krijgen. Je kunt beter naar alternatieve business modellen zoeken, dan dat je de consument op zijn kop geeft. Dat is slecht voor iedereen. Want voor de consument doe je het.’ — Olga Meijer

‘Ik vind niet dat muziek gratis moet zijn. Je kunt wél stimuleren dat mensen goede legale alternatieve routes nemen. Als je een goed kwaliteitsproduct aanbiedt, als je de eerste bent, niet dat het al zes maanden in de VS uit is, dat geloof ik dat mensen wel bereid zijn om te betalen. Dat blijkt ook uit consumentenonderzoeken. Dus moet je gewoon een goed product hebben. De maker en de gebruiker staan veel dichter bij elkaar dan je denkt.’

Creative Commons?

Creative Commons vind ik prima, maar het brengt niets nieuws. Professionele muzikanten hebben er niks aan. Wie ervan moet leven, kan zich het niet veroorloven om zijn werk gratis weg te geven. Je kunt een CC licentie ook niet terugdraaien, eenmaal wegggeven dan ben je het kwijt. Het idee is mooi, de opzet is goed: creativiteit stimuleren door heel veel te delen. Maar dat gebeurt zonder Creative Commons ook allemaal al. Bovendien is zo’n Creative Commons licentie moeilijk te handhaven, wie controleert bijvoorbeeld dat je song niet bewerkt wordt terwijl je in de CC licentie hebt aangegeven dat dat niet mag?’

Hoe nu verder met de BUMA/STEMRA?

Er zijn 26 collectieve belangenorganisaties (CBO’s): LIRA, VEVAM, Pictoright, noem maar op. Zesentwintig! Ik hoop dat die eens gaan samenwerken met BUMA/STEMRA. Allemaal op één hoop. En dan goed toezicht.’

‘De BUMA/STEMRA ligt nu erg onder vuur en het gedoe met de salarissen geeft een verkeerd signaal. Maar de BUMA/STEMRA blijft nog wel even zitten hoor; de positie is heel sterk. Het is een monopolist, bij wet aangesteld.’

‘Vergeet niet, de BUMA/STEMRA is erg goed voor de componist, die ontvangt meer geld dan welke andere maker dan ook. De BUMA/STEMRA fungeert ook als buffer omdat ze alle rechten van de componist overgedragen heeft gekregen. Een producent wil het liefst alle rechten van de maker afkopen. Heeft de producent eenmaal die rechten, dan hoeft de producent in principe nooit meer aan de maker te betalen voor het gebruik ervan. Die is dan zijn verbodsrecht kwijt.’

‘Nu liggen die rechten standaard bij BUMA/STEMRA, waardoor de producent en de verdere muziekgebruikers voor elke handeling toestemming moeten vragen. BUMA/STEMRA geeft die toestemming voor geld, en dat gaat dan weer naar de maker. Daardoor is het een soort buffer tussen de componist en de gebruiker van composities. Als een actrice haar rechten verkoopt aan een filmproducent, zit er geen buffer tussen, dat is het verschil.’

‘De BUMA/STEMRA heeft ook de producenten aan haar zijde, dat is de reden dat er zoveel geld wordt binnengehaald. Producenten hebben een belang bij hoge BUMA/STEMRA inkomsten, dus die werken mee. Die zijn als muziekuitgever namelijk ook aangesloten. Er zijn veel mensen die roepen dat je de muziekuitgevers moet buitensluiten. Maar dan gaan producenten het zelf regelen. Zelf toestemming geven, zelf de rechten binnenhalen van de componisten. Die gaan zich dan tegen je keren, dat wil je niet. Dan zijn componisten uiteindelijk de dupe. Want die zullen altijd zeggen: oké, hier heb je mijn rechten. Anders hebben ze geen werk. Het auteursrecht moet zich niet verleggen naar de producent.’

N.B. Aan deze tekst kunnen geen rechten worden ontleend.

Reageren? Graag!