De fluwelen swing van Stan Getz

Hij heeft misschien wel het meest herkenbare geluid van allemaal: tenorsaxofonist Stan Getz, de uitgekiende melodicus die de perfecte balans vond tussen swing, bebop en eigen muzikaal vernuft.

Wie is Stan Getz?

Stanley Gayetski wordt op 2 februari 1927 geboren in Philadelphia als zoon van een Joods-Oekraïens immigrant, die in 1913 van Londen naar de VS verhuist. De achternaam Gayetski wordt veranderd in ‘Getz’. Zijn familie verhuist later naar de wijk The Bronx in New York. Op zijn 13e krijgt Stan Getz een tenorsax waar hij vervolgens acht uur per dag op studeert.

Zijn muzikale carrière begint op zijn 16e in de band van Jack Teagarden. Stan Getz wordt gezien als een wonderkind en zijn grote held is Lester Young. Maar hij pikt ook de invloed mee van Charlie Parker en vaart volledig zijn eigen koers.

Voor zijn twintigste valt zijn vingervlugge talent al op in de big bands van Jimmy Dorsey, Benny Goodman, Stan Kenton en vanaf 1947 in de big band van Woody Herman. Daarin vormt hij The Second Herd, samen met Zoot Sims, Herbie Steward en Serge Chaloff. Zijn faam in de muziekscene groeit in 1948 door zijn schitterende solo in Early Autumn.

Fifties

Jarenlang staat Stan Getz bovenaan in de polls van Metronome en Downbeat Magazine als populairste tenorsaxofonist. Samen met Miles Davis groeit hij begin jaren vijftig uit tot één van de iconen van de cool jazz.

Uit deze periode stamt de dubbel-lp van zijn eigen kwintet met Jimmy Raney Stan Getz at Storyville, één van mijn persoonlijke favorieten. Luister bijvoorbeeld naar Move, het melodisch genie van één van de allergrootsten.

Een ander prachtig voorbeeld is That Old Black Magic, van Miles’ album The Birdland Sessions (voor de nerds: de albumhoes en de beschrijving met daarin James Moody kloppen niet). Let op hoe Getz hier de melodie speelt! Met het zorgvuldig plaatsen van noten, het omspelen van de melodie, het maken van space, het continu spelen met de suggestie en het smaakvol toepassen van harmonische spanning creëert hij van een standard een melodisch hoogstandje, waarbij je op het puntje van je stoel zit

Sixties

Getz woont ook een aantal jaren in Kopenhagen. In 1964 wordt Getz wereldberoemd door zijn samenwerking met Astrud en João Gilberto en de wereldhit The Girl from Ipanema. Daarmee staat de bossa nova meteen op de wereldkaart.

Gelukkig blijft hij niet hangen in het succes. Getz heeft ook een uitstekende neus voor jong talent. Met Chick Corea neemt hij in 1967 het geweldige Sweet Rain op.

The Sound, zoals hij ook wordt genoemd, blijft onverminderd actief in de eredivisie van de jazz en treedt op met geweldige ensembles en grootheden, waaronder Oscar Peterson, Bob Brookmeyer en Bill Evans, bijvoorbeeld in het prachtige The Peacocks.

Seventies en eighties

In de jaren zeventig bereikt hij nieuwe muzikale hoogtepunten met het album Captain Marvel, met daarop onder andere Five Hundred Miles High.

Getz speelt over de hele wereld en blijft trouw aan zijn handelsmerk: ritmische flow, vederlichte virtuoze lijnen, melodische inventiviteit en natuurlijk The Sound.

Dankzij zijn sterke muzikale persoonlijkheid en zijn fenomenale spel slaagt hij er in commercieel succes te verwerven zonder het respect te verliezen van zijn medemuzikanten.

Uit zijn laatste periode is de samenwerking met pianist Kenny Barron bijzonder de moeite waard, bijvoorbeeld het album People Time.

Zelf gezien

Persoonlijk heb ik zeer dierbare herinneringen aan mijn kennismakingen met het altijd wonderbaarlijk mooie spel van Stan Getz. Een bewondering die zich alsmaar heeft verdiept en nooit is afgenomen.

Op vrijdag 14 juli 1989 hoorde ik hem eindelijk live spelen tijdens het North Sea Jazz Festival.

Zeldzaam hoogtepunt was het moment waarop hij de geluidstechnici vroeg om alle versterking uit te zetten en in zijn eentje, geheel akoestisch, een ballad te spelen. In de PWA-zaal kon je een speld horen vallen.

Magic.

Plaats een reactie