Zonderwijs

Wie bij de Leidse Onderwijs Instellingen (LOI) studeert, wil verder komen in zijn leven. Ze bieden HBO en post-HBO opleidingen, taalcursussen en boekhoud-diploma. Nieuw is de cursus ‘gewichtsconsulent’. Hebben we gelijk tien miljoen klanten, zullen ze daar gedacht hebben.

Ook het bestaan van hun keyboard-cursussen was mij bekend. Het moet gezegd: leuk, wanneer je de laatste hit van The Chainsmokers kunt meespelen op je keyboard (met alle twee de akkoorden, oh nee: eentje). Of als je met Kerst vriend, vijand én familie verrast met een pittig arrangement van Er is een kindeke geboren op aard. Iedereen blij. Maar toen mijn oog toevallig viel op de nieuwe ‘Cursus Freelance Muzikant’ sloegen bij mij de stoppen door.

Je moet wel geluk hebben, wil je de cursus kunnen vinden, want deze zit goed verstopt in de sub-categorie ‘Cultuur, religie en levensbeschouwing’. De decaan van de LOI kon blijkbaar geen goede kapstok vinden voor de muziekcursussen, dus die heeft ‘m daar maar tussen gezet. Ik zie kansen voor deze decaan in de politiek, daar denken ze er nét zo over.

Staatsexamen

Aan het eind van de achttien maanden durende cursus — hou je vast: met gratis MP3’s! — kun je notenlezen en heb je repertoire opgebouwd. Maar het gaat nog veel verder: de onderwijsinstelling koppelt deze basisopleiding namelijk aan de cursus ‘ZZP’er voor creatieve professionals’. Dat roept vragen op. Wat moet ik me voorstellen bij de belofte ‘Maak van je muziekcarrière een zakelijk succes’?

Onze leraren aldaar zijn Ruud, Frits en Wouter. Ze hebben allemaal een conservatorium-diploma behaald, lees ik. We weten allemaal dat zoiets heel weinig zegt, helaas. Docent Wouter steekt er bovenuit: hij heeft zelfs het ‘staatsexamen keyboards’ gedaan.

Zou het iets uitmaken voor de muziekgeschiedenis, vraag ik me af, wanneer Herbie Hancock, Freddy Mercury of Keith Emerson hun ‘staatsexamen keyboards’ zouden hadden gehaald. (Ja, hoor ik Freddy zeggen, het speelt toch lekkerder met zo’n diploma op zak.)

Zijn Ruud, Frits en Wouter wel capabel en ervaren genoeg om hun cursisten voor te bereiden op een muziekcarrière als freelancer? Hebben ze zelf wel eens ‘in een bandje’ gespeeld? Gek genoeg kon ik op Internet weinig over hen vinden. Waar zijn hun artiestenpagina’s, hun arrangementen, hun bio’s? Ben toch benieuwd hoe ze omgaan met een optreden van vijf sets in Café Alto voor dertig kotsende toeristen die continu door je heen schreeuwen?

Passie

Zijn ze ook wel eens uitgelachen door Frans Elsen? Hebben ze geleerd van Jerry van Rooijen wat het verschil is tussen recht spelen en uneven? (handig bij Jingle Bells) Hebben ze ook avond aan avond aan de bar gehangen met hun idolen, om het grote mysterie van het Muziek Maken te ontfutselen (en dat die aan het eind van de avond geld van je wil lenen).

Hebben ze leren bewegen op het podium, onze enthousiaste LOI-docenten? Kunnen ze improviseren als de DJ gaat spinnen? Weten ze hoe je publiek kant laten dansen als de stroom uitvalt? Hoe je je een eigen vocabulaire kunt ontwikkelen? Een oeuvre? Hebben ze zelf clubs gemaild en gebeld om daar te spelen en zijn ze na tweehonderd keer ‘nee’ tóch doorgegaan met het najagen van hun passie? De LOI-docent droomt toch er zelf toch ook van — ik citeer — ‘om hier zijn beroep van te maken’ en wil ‘als freelance muzikant aan de slag.’

Maestro

Op de persoon spelen wil ik niet. Ik heb geen probleem met deze maestro’s. Wél met wat de LOI ons belooft. Voor de zekerheid heeft de onderwijsinstelling het ‘zakelijke’ gedeelte van de cursus overgelaten aan een andere afdeling, die zich bekommert om ZZP’ers. Maar nergens in het gebouw is iemand, die weet hoe het freelancen in de muziek nu precies in elkaar steekt.

Een ‘echte’ carriere als freelancer hebben Ruud, Frits en Wouter zelf namelijk nooit gehad, vermoed ik. Daar hebben hun papa’s en mama’s, partners en de kinderen vast een stokje voor gestoken. Niks aan de hand, hun kostje was immers gekocht. Nog een paar jaar en dan tikken ze hun pensioen aan, als docent van een instelling die de verwachtingsvolle aspirant-muzikant veel te veel belooft — en de cursus ook nog ‘erkend’ noemt. Wat een oplichterij.

Reacties op “Zonderwijs”

  1. Tom, ik begrijp je frustratie; zoiets ervaar ik ook als ik een Scheikundedoos zie waar de interessantste proef het opblazen van een afwashandschoen met bakpoeder en azijn is (pas op hoor, er ontstaat een kleurloos, reukloos, verstikkend gas!). Na verloop van tijd blijkt dat scheikundedozen waar de kaliumnitraat en poedersuiker alvast voorgemengd in zitten helemaal niet bestaan, en dat de kattebakkorrels, kunstmest en handwarmers betere bronnen zijn voor resultaat. Scheikunde komt niet uit een doos, en muziek niet uit een cursus. Ik wist niet dat iemand de LOI uberhaupt nog serieus nam.

    Beantwoorden
  2. Herkenbaar Tom, wat je schrijft. Ik heb geen aspiratie om ‘beroeps’ te worden. Ik ken een aantal daarvan en zie hoe verschrikkelijk goed ze spelen maar hoe moeilijk het is om rond te komen. Maar hun passie voor muziek is geweldig. Maar inderdaad, ik heb de zalen leeggespeeld (toch wel cool als je dat kunt zeggen 🙂 ), ben dapper aan het strijden en studeren. en zie nu langzamerhand dat de mensen blijven hangen. Dat de LOI je beloofd ‘Pro’ te worden in 18 maanden.. tsss. wat een houding tegenover al die hardwerkende mensen die ploeterend hun leven en passie willen delen met andere mensen.

    Beantwoorden
  3. Goed stuk Tom. Dit doet me denken aan een schriftelijke zangcursus waar Peter Duyster een keer mee aankwam toen we nog aan het Conservatorium van Amsterdam (toenmalig Sweelinck) studeerden. Daarbovenop kreeg je één keer in de maand een les bij hem thuis of over de telefoon. Betrokken docent had vooropleiding zan ggedaan en was drs. in de geschiedenis ………. tsja

    Beantwoorden
  4. Goed beschreven Tom! Staatsexamen keyboard, klinkt een beetje shabby, maar ik moet toegeven dat ik ook mijn staatsexamens klassiek piano op het Koninklijk in Den Haag heb moeten doen omdat de vakopleiding van het Muzieklyceum in Hilversum nog geen eigen examen mocht afnemen in de jaren 60. Laten we de mannen het voordeel van de twijfel geven maar lesgeven blijft een vak apart. Iemand met een solistendiploma kan prachtig spelen maar heeft vaak geen notie van didactiek etc. en is dus per definitie een slechte leraar. Jammer dat er toch weer mensen in gaan trappen, alleen al om op verjaarsfeestjes kunnen vertellen dat ze ’t helemaal gaan maken. Zoek een echte leraar!!

    Beantwoorden
  5. Wat een zuur stukje van deze Tom Beek zeg!
    Nou ja, in de muziekwereld kom je vaker jaloezie en minachting voor elkaars kunnen tegen. Niks nieuws onder de zon.
    Ik ken muzikanten die een gedegen opleiding hebben gehad, autodidacten en velen die op diverse wijzen zich het muziekmaken hebben eigengemaakt.
    Wat een afgunst spreekt er uit dit stuk en eem aantal reacties..

    Beantwoorden
    • Ha die Jos, niks geen afgunst. Integendeel. Ik heb moeite met de ‘belofte’ van de LOI. Zo staat het er ook. Niks persoonlijks dus. Succes, groet, Tom

      Beantwoorden
    • Jos, Er is niets mis met goede autodidacte muzikanten of mensen die zonder conservatoriumonderwijs gedegen muzikanten zijn geworden. Daar heb ik diep respect voor. Maar om nu een ‘schriftelijke’ opleiding van anderhalf jaar tot free-lance muzikant aan te bieden vind ik een belediging voor de conservatorium-afgestudeerde en de autodidact die hard heeft gewerkt om te komen waar hij of zij nu is … alsof je het vak van muzikant in achttien maanden kan leren. LOI suggereert dat iedereen een succesvolle muzikant kan worden. Dat werkt gewoon niet. Niet iedereen is dat gegeven. Het draait daarbij om een combinatie van talent, doorzettingsvermogen, attitude, techniek en nog veel meer. Het is geen cursus bloemschikken of zoiets.
      Waar ik wel heel vrolijk van zou worden is als het LOI een opleiding gaat aanbieden ‘zakelijk werken voor muzikanten’ of zoiets. Daar is veel behoefte aan.

      Beantwoorden
  6. Momenteel heb ik een Bachelor of Music met tweemaal zoveel afstudeerrichtingen als m’n jaargenoten, Ervaring in muziek voor film, tv, theater en (meer recentelijk) games, sound design, software-ontwikkeling en virtuele orkestratie. Laat ik aldus diplomatiek stellen dat ik geen beginner ben. Ik denk dat ik, bijna 30 jaar geleden, na 18 maanden pianoles nog steeds met de boekjes “Steeds Beter 1, 2, 3” bezig was, ze volgden op “Mijn Eerste Pianoboek 1, 2, 3”. Om maar aan te geven dat iedereen bij het begin begint. Chopin was toen totaal niet aan de orde. Het meer abstracte compositie kwam pas na een jaartje of zes.
    Wat de LOI pretendeert is m.i. vergelijkbaar met de muzikaliteit van die el cheapo keyboards in het gangpad van de Aldi.
    Maar schadelijker vind ik de fenomenen ‘opleiden tot werkloosheid’ en ‘de markt overspoelen’. In het laatste geval daalt de waarde van diegenen die er wél fundamenteel iets van begrijpen. Want ook als die LOI’ers uiteindelijk geen artistiek verantwoorde deuk in een pakje boter kunnen slaan daalt de economische waarde van diegenen die dat wél kunnen. Al was het maar omdat het lastiger wordt om als klant door de ruis heen te priemen. Als die klant al 5x pech heeft gehad met een beginner, waarom zou diezelfde klant de meer ervaren musicus nog wél geloven? Ze presenteren zich tegenwoordig toch allemaal even professioneel met een website, dus dat onderscheid is minder makkelijk te maken. In een lokaal vol stijlvolle mensen hoeft er maar één een wind te laten, en het hele lokaal stinkt.
    Als het gaat om waardedaling zie je iets vergelijkbaars bij journalistiek (m’n tweede studie). Steeds meer journalistieke opleidingen overspoelen de markt, zelfs op MBO-niveau, en dat terwijl er bij de HBO’ers reeds een enorme werkloosheid heerst.
    Ik zie de oorzaak in het feit dat beide kundes tegenwoordig zo goedkoop realiseerbaar zijn. Bij journalistiek timmer je met een eigen blog al aan de weg (niveau daargelaten) en zorgt InDesign voor een mooie opmaak als het om print gaat. Qua muziek zijn de productiemiddelen tegenwoordig zowat gratis in de vorm van software. Dit houdt in dat veel meer talentloze mensen zich met deze kundes gaan bezighouden waar dat een paar decennia geleden nog niet reëel was. Bij muziekwinkels stromen ook veel vaker vragen binnen als “ik heb net een MIDI-controller gekocht, waar sluit ik de hoofdtelefoon op aan?” (en dat weet ik uit primaire bron), een teken dat er in het werkveld gewoon veel meer ruis opduikt. In die tijd kon je met die financiële drempel in ieder geval nog het kaf van het koren scheiden. Maar tegenwoordig is iedereen op dezelfde markt aan het knokken. En daardoor krijg je dus economische waardedaling en verknal je als onderwijsinstelling in principe de markt.
    Nu zou je dit elitair kunnen vinden, immers, waarom moeten deze creatieve zaken voorbehouden blijven aan de elite die het kan betalen (gesteld dat dit alles een kostbaar verhaal is)? Het probleem zit hierbij niet in de aanbiedersmarkt. Ik kan op een afstand al horen wie er wat van bakt en wie niet. *Ik* kan dat ja. Maar kan een onwetende geld tellende afnemer dat ook? Een afnemer zou voor het – vermoedelijk – lagere prijskaartje kunnen gaan en de LOI’er kiezen. Dat de afnemer de geleverde kwaliteit niet kan beoordelen mag zo zijn, maar hiermee is er wél sprake van concurrentie. Irritanter wordt het als dat lagere niveau ineens de norm wordt in het gehéle afnemersveld! Niet de geboden artistieke kwaliteit staat daarbij centraal, maar simpelweg of je op wat voor manier dan ook een onwetende afnemer kunt overtuigen.
    Op dit vlak komt het zakelijke aspect dus om de hoek kijken, en daar mag best wat meer aandacht voor zijn in de creatieve sector. Maar het creatieve/artistieke verhaal gaat zo wel naar de filistijnen..

    Beantwoorden

Plaats een reactie