Klerehanger

Van alle dingen, is de klerehanger voor mij een pain in the ass. Zeker als-ie met meer is.

Over het algemeen ben ik best een rustige, vriendelijke man. Ik rij in een grijze, saai ongevaarlijke auto (met kinderzitje), kleed me niet uitgesproken provocerend en heb geen hobby’s die het daglicht niet kunnen verdragen.

Vreemdelingen wijs ik graag de weg, ik ben kindvriendelijk, plantaardig, goed met dieren en gehandicapten. Moeders met kinderwagens help ik met traplopen en uitstappen, ik maak altijd tijd voor de buren, kortom: ik ben best een normaal burger, een stabiele factor, een allemansvriend die niet gauw ergens van in de stress schiet.

Goed, houdt u dit beeld even vast.

Natuurlijk heb ik ook mijn nukken. Om sommige problemen loop ik het liefst met een grote boog heen, ik vergeet wel eens het doucheputje schoon te maken en sommige muziek kan ik zo slecht verdragen dat ik er agressief van word. In de supermarkt heb ik ooit iets — dat elders uitverkocht was — uit het karretje gegrist van een bejaarde man. Eind 1991 heb ik in een overvolle treincoupé wel eens een scheetje gelaten. Geen dingen waar ik een slecht geweten aan over heb gehouden.

Maar goed, houdt u dat beeld nog even vast, weet u nog wel. Van die onschuldige, rustieke persoon. Mooi.

Van dat beeld blijft geen spaan meer heel wanneer ik in direct fysiek contact kom met misschien wel mijn grootste tegenstander in dit leven: de kleerhanger.

Nu is één zo’n laf hangertje nog wel redelijk te hendelen. Die moffel ik weg in één snelle, smetteloze handeling en dan praten we nergens meer over. Maar wanneer de hangers zich op gaan houden in groepen van meer dan twee, breekt bij mij langzaam de tering uit.

Ze dóen het er ook om. Als een stel pubers met teveel tijd dat ergens rondhangt, liggen ze doelloos klikkend en lusteloos in elkaar verstrengeld, met maar één doel: hun poot stijf houden.

Wanneer ik na veel vijven en zessen klaar ben met de klerenpuzzel en er voorzichtig een hanger uitvis, plakt er altijd een tweede exemplaar aan vast, dat ik nog niet eerder had gezien en dat op zijn beurt in de verkeerde hoek (zal je altijd zien!) verbonden blijkt te zijn aan een voor mij volkomen nieuwe subgroep hangers, die daardoor vervolgens onhandig in beweging komt, allemaal onderweg naar het bloed onder mijn nagels.

Met een Greenpeace-achtige koppigheid lijken ze allemaal te zeggen: wij werken onder geen enkel beding mee. Er valt ook niet mee te onderhandelen! Ik krijg geen centimeter kado en het ongeduld stoomt inmiddels als rook uit mijn oren.

Nu hoor ik u denken: kom kom, dan is er misschien eentje die het verpest voor de rest. Maar dat argument is kul: zelfs voor een doorgewinterde professional als ik met een kast vol pakken, valt er met deze ondingen geen afspraken te maken.

Ik heb ook geprobeerd ze individueel aan te pakken, maar ook dat biedt geen soelaas want je houdt ze niet uit elkaar, deze hooligans onder de huishoudelijke accessoires, die — als het aan mij lag — allang stuk voor stuk en zonder pardon een stadionverbod hadden gekregen.

Ze proberen mij kapot te maken, deze vergissingen van de schepping zonder vorm, logica en gebruiksvriendelijkheid. Al loop ik levenslang niet goed in de vouw, al moet ik in elke stad een nieuw pak kopen, al moet ik mijn slaapkamer vol zetten met honderd stoelen, de hangers kunnen de klere krijgen.

tom beek (c) hans reitzema

Tom Beek, saxofonist, tekstschrijver, webdesigner en fotograaf. Onregelmatig op Twitter en Instagram. Eindredacteur Jazz Bulletin. Nerd/helpdesk/detective. Gek op jazz, koffie en camera's. Ruikt aan boeken.

0 gedachten over “Klerehanger”

  1. Bij mij komen er alleen houten hangers in; die ondersoort gedraagt zich iets beter. Minder haken en ogen, vriendelijker materiaal om mee in de clinch te liggen mocht het toch nog zo ver komen. Sterkte!

    Beantwoorden
  2. Gierend van het lachen lig ik nu achter mijn bureau.. verhaal van herkenbaarheid…vraag mijn collega-vrijwilligsters van onze tweedehandskledingbeurs maar… moet je bedenken… iets van 10 dozen met hangertjes. En daar moet je dan steeds een hangertje uithalen om weer een kledingstuk mee op te hangen.. want dat moet nu eenmaal voor de verkoop. Als je nog wilt weten wat ik dan wel op 21 maart doe ipv heerlijk swingen bij Sven Hammond Soul.. nou deze hangertjes uit dozen rukken dus…herken mij gemoed aan het einde van de avond…

    Beantwoorden
  3. Doet mij denken aan onze laatste verhuizing en die ene doos die maar niet uitgepakt werd. Zat namelijk vol met van die klerehangers 😉

    Beantwoorden

Plaats een reactie