Regen

Kom schat, we gaan even bij het raam zitten. Kijk, er komen druppels uit de lucht.

Waar zijn de vogeltjes? Zijn die nu aan het schuilen? Ergens onder de grond?

Of zitten ze in een huisje, met een dak en een schoorsteen, te wachten tot het weer droog is.

Misschien zijn ze de regen wel te slim af, en vliegen ze helemaal nooit in de regen, maar altijd in de zon.

Als je groot bent, kun je zelf rondkijken. Dan mag je wroeten in de tuin, spelen met de hond, kijken naar de vogels.

Zoveel je maar wilt. Ik ben benieuwd waar je aandacht je brengt.

Waar kijk je nu naar? Ja de lucht is behoorlijk grijs vandaag. Dat zijn wolken. Die zweven vlak boven de wereld.

Wolken zijn ook een soort van water. Daar komt de regen uit. Die valt dan naar beneden. Zonder water kunnen wij niet leven, en zouden de planten niet groeien.

Achter de wolken schijnt de zon. Daar komt het licht vandaan. De zon geeft zóveel licht, dat het altijd door de wolken heen komt, ook al is het maar een héél klein beetje. Hoe donker het ook is. En hoeveel wolken er ook zijn.

Wie zou de zon aan- en uitzetten? En waar haalt de zon zijn energie vandaan? Die moet toch ook eten en slapen? Of af en toe naar de garage? Heeft-ie geen mama of papa? Kunnen we er niet een keer naartoe vliegen om het te vragen?

De zon schijnt gelukkig altijd. Dat is eigenlijk heel bijzonder. Zonder zon zouden we het heel koud krijgen.

Oh, je slaapt al. Dan zal ik zachtjes doen.

Morgen gaan we naar het park.

Reacties op “Regen”

Plaats een reactie