The Eagles, soundtrack van mijn leven

Met het overlijden van Eagles-icoon Glenn Frey begraaf ik ook een stukje van mijn eigen leven.

Toen ik nog in korte broek over straat fietste met zijwieltjes, was de stem van Glenn Frey er al. Mijn geheugen gaat niet verder terug dan A new kid in town. Zijn stem en dat nummer zijn er altijd geweest. Ik ken de wereld niet zonder.

Als tiener luchtdrumde ik Hotel California mee, voor de spiegel in mijn zolderkamer. Af en toe probeerde ik voorzichtig een tweede of derde stem. Had ik liefdesverdriet, dan draaide ik Wasted Time. En One of these nights was in mijn studententijd een zeer effectief medicijn om verdrietige buien weg te spoelen.

Aan het eind van mijn conservatoriumstudie was het op een mooie zomerdag noodzakelijk om Heartache Tonight te draaien. Op het schoolplein. Hard vanuit de auto, met de ramen open, zodat iedereen het kon horen.

Lyin’ Eyes heb ik altijd gedraaid. Het maakte niet uit of er nu een verkering was gesneuveld, of dat ik gewoon goedgehumeurd was: ik ging altijd uit mijn dak op de hemelse harmonies.

Hoeveel auto’s heeft de muziek van The Eagles eigenlijk overleefd, vraag ik me ineens af. Die dingen lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden: mijn leven overdenken, autorijden en muziek. The Eagles als rode draad, als soundtrack van de film die zich voor mijn neus afspeelt. Met mijzelf als hoofdrolspeler. Een verhaal heeft toch een held nodig, nietwaar.

Everybody wants to take a little chance
to make it come out right

Rond mijn 36e, wanneer mijn levensloop weer honderdtachtig graden was gedraaid, draaide ik met dik betraande ogen de volumeknop nog eens verder open bij I can’t tell you why. Opnieuw verwoordden Frey en zijn makkers opnieuw mijn gevoel. Ook op andere momenten in mijn soms eenzame muzikantenbestaan, kwamen de teksten van Desperado en Take it easy keihard binnen. Ik was nog wel eens verbaasd. Hoe kan muziek altijd zo raken? Nu weet ik: het houdt nooit op. Elke keer vind ik nieuwe energie in The Eagles. Ook al lijken het soms oude liedjes. Blijkbaar hadden ze nog niets aan zeggingskracht ingeboet. En wat zijn die producties toch prachtig gemaakt.

Alles staat of valt toch met het liedje. Het moet waar zijn. Het swingt, het valt allemaal prachtig in elkaar. Alles raak, geen noot teveel. Niemand kon de southern folk rock zo bijtend rauw laten klinken als de stem van Glenn Frey.

In The Eagles hoor ik al veertig jaar het geluid van de zon. Van vrijheid, van blues, van dromen, van rock ’n roll, van het beloofde land, van de onbezorgde en eindeloze seventies, van vriendschap, van cowboys en zonsondergangen. Muziek die je zo hard mogelijk draait en ze hard mogelijk mag meezingen. Liefst met het raam open. Omdat muziek ademt zoals het leven.

Hoe mooi was het, nog redelijk kort geleden, om samen met mijn vrienden van The Dutch Eagles een avondvullend programma met Eagles-liedjes te spelen, in een vol Carré en een afgeladen Caprera (live dvd-opname) vol geestverwanten, die de nummers massaal met ons meezongen. (Ik had geluk, de énige twee Eagles-nummers met sax stonden op het repertoire: The Sad Café en The Long Run.)

Er gaat bijna geen dag voorbij, waarop ik deze liedjes niet draai. En daar ga ik nog heel lang mee door. Het leven verandert, maar de liedjes van The Eagles vormen een emotioneel geraamte. Een rode draad, die altijd dichtbij me blijft.

Rust zacht, Glenn Frey. Bedankt voor de soundtrack van mijn leven.

Reacties op “The Eagles, soundtrack van mijn leven”

Reageren? Graag!