Toen ik het liedje hoorde, stopte ik even. Ik haalde adem. De radio stond aan en al die tijd had ik onbewust een geluidsmuur gedoogd van dance, techno en ander radiogeweld. Het aangename geluid van Baby When You’re Gone overviel me, alsof je niet door hebt dat je buurman urenlang tegels staat te slijpen – en er ineens mee ophoudt.
Een liefdesliedje van Bryan Adams en Melanie C. Een onnozel niemendalletje misschien, maar toch: deze stemming kon ik wel waarderen.
Mijn tred veranderde meteen in een opgeruimd, ontspannen huppeltje. Rock ‘n roll, vier in de maat, pik omhoog, tieten vooruit, gitaar op de heup. En gaan. Muziek voor in de auto. Beetje gas erbij, zonnebril op, jasje open en recht-zo-die-gaat.
Baby When You’re Gone is een liedje waar ik van opknap. Een paar minuten ongecompliceerde rock ‘n roll, daar heeft een mens af en toe behoefte aan.