Happy rock 'n roll van Chuck Berry

Voor een goed liedje heb je aan drie akkoorden genoeg. Luister maar naar Chuck Berry.

Maar eerst Emmylou Harris. Haar versie van Chuck Berry’s C’est La Vie (You Never Can Tell) – met daarin de fiddle van Ricky Skaggs – bracht het in 1977 tot nummer 4 in de Nederlandse top 40. Het kwam terecht op het album Luxury Liner.

Zeventien jaar later maakte een nieuw (miljoenen-) publiek kennis met de Chuck Berry-hit. In de cultfilm Pulp Fiction (1994) doen John Travolta Uma Thurman zo stoned als een aap mee aan een danswedstrijd in Jack Rabbit Slim’s. Op de muziek van C’est La Vie. En ze gaan ook nog met de beker naar huis.

Teenage wedding

Chuck Berry componeerde het ergens in 1963 toen hij een tijdje in de gevangenis verbleef. Het nummer kwam terecht op zijn succesvolle album St. Louis to Liverpool. De met Franse woorden doorspekte tekst vertelt over een ‘teenage wedding’.

Geen doorsnee-blues die bol staat van de ellende, drankproblemen, enge ziektes of scheidingen. Maar over een jong stel met een mooie platenverzameling, een paar Roebuck meubels, met een goed gevulde Coolerator koelkast met ginger ale – koele, niet-alcoholische drankjes, hoe onschuldig.

Het leven lacht hen toe. Happy rock’ n roll, niks aan de hand. In You Never Can Tell gaat eigenlijk alles goed. De oudere mensen aan de zijlijn zeggen: c’est la vie, zo is het leven, zo kan het gaan.

Het geheim van dit liedje? Het swingt de pan uit. En veel saxofoon, hou ik toevallig ook van. Bijna drie minuten lang dendert het onverstoorbaar door zonder dat je je ook maar één seconde verveelt. Een gezellige feesttrein waarbij je maar één kans krijgt: laat ik ‘m voorbij rijden of spring ik erop?

Dankjewel Chuck Berry, voor jou neem ik mijn hoed af.

tom beek (c) hans reitzema

Tom Beek, saxofonist, tekstschrijver, webdesigner en fotograaf. Zit regelmatig op Twitter, Bluesky en Instagram. Gek op jazz en koffie. Ruikt aan boeken.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief



Plaats een reactie