De legendarische Chess Brothers van het gelijknamige label uit Chicago produceerden begin 1964 het album St. Louis to Liverpool voor Chuck Berry, nadat hij twintig maanden in de bak had gezeten. Berry zou een 14-jarig Mexicaans meisje hebben opgepikt om voor hem te werken, of zoals de officiële aanklacht luidde: ’transporting an underage female across state lines for immoral purposes’. Anyway, ook al zou rock ’n roll in de loop van de jaren zestig steeds minder populair worden, het album was zeer succesvol.
De single You Never Can Tell schopte het tot de 14e plaats in de Billboard Top 100. Een blues, waarvan je misschien verwacht dat-ie bol staat van de ellende, drankproblemen, enge ziektes of scheidingen. Maar de tekst van You Never Can Tell – de vele Franse woorden verwijzen naar New Orleans – vertelt over de zorgeloze ’teenage wedding’ van een jong stel. Met een mooie platenverzameling, een paar Roebuck meubels, en een Coolerator koelkast gevuld met ginger ale. Koele, niet-alcoholische drankjes. Hoe onschuldig. Het leven lacht hen toe, dat verwacht je niet in een blues. De ouderen zeggen: c’est la vie/ it goes to show you never can tell: zo kan het leven gaan, je weet het maar nooit.
In You Never Can Tell gaat alles goed – als ik het goed begrijp natuurlijk – en een dubbele bodem heb ik nog niet ontdekt. Happy rock’ n roll. In een interview met Record Mirror bevestigt Chuck Berry dat beeld: ‘I aim specifically to entertain and make people happy with my music.‘
Mijn eigen kennismaking met het liedje was de geweldige country-versie van Emmylou Harris uit 1977. Met daarin de heerlijke fiddle van Ricky Skaggs. Het nummer van het album Luxury Liner haalde de 4e positie in de Nederlandse top 40.
Zeventien jaar daarna maakt een nieuw en jong miljoenenpubliek kennis met haar versie van de Chuck Berry-hit. In de cultfilm Pulp Fiction (1994) doen John Travolta en Uma Thurman mee aan een danswedstrijd in Jack Rabbit Slim’s. Zo stoned als een aap dansen ze op (C’est la vie) You Never Can Tell. En ze gaan ook nog met de beker naar huis. Ik kan de humor en de smaak van Tarantino zeer waarderen.
Het geheim van dit liedje? Het swingt de pan uit. En veel saxofoon, hou ik toevallig ook van. Bijna drie minuten lang dendert het onverstoorbaar door zonder dat je je ook maar één seconde verveelt. Een gezellige feesttrein waarbij je maar één kans krijgt: laat ik ‘m voorbij rijden of spring ik erop?
Dankjewel Chuck Berry voor dit heerlijke liedje. Voor jou neem ik mijn hoed af.