De doktoren, bestuurskundigen en advocaten van het Leidsch Studenten Jazz Gezelschap hadden allang een goede baan of waren druk aan het promoveren. Dus een ‘studentenorkest’ kon je het met goed fatsoen niet meer noemen. Geen haan overigens, die daar naar kraaide. Met zijn tienen zijn ze zo nog jaren door blijven spelen.
Voor mij waren de concerten van het LSJG dierbare kennismakingen met jazz. Halverwege de jaren tachtig was dit gezellige oudestijl-orkest een graag geziene attractie in het Leidse jazzcafé The Duke. Ik ben blij dat ik ze vaak live heb horen spelen. Als het LSJG speelde, zat de tent vol en vloeide het bier rijkelijk. De bandleden namen natuurlijk allemaal hun dispuut mee, of hun jaarclub, of allebei. Een sterk verdienmodel, zo’n studentenorkest, dat moet gezegd.
Eén van de solisten was klarinettist en tenorsaxofonist Bernard Berkhout. Hij was mijn saxofoonleraar en studeerde toen nog medicijnen; in die tijd mocht je daar minstens twintig jaar over doen. Ik ging regelmatig mee naar optredens. Geweldig vond ik het om zó meer jazz te leren kennen. Mijn liefde voor Duke Ellington, Benny Goodman en Johnny Hodges is toen ontstaan.
De groep had eigenlijk wel wat weg van het Nederlandse Elftal uit 1974: elk orkestlid had een uitgesproken persoonlijkheid. Van sommigen wist je niet waar ze precies vandaan kwamen. Drummer Henk Robbers bijvoorbeeld, had een viswinkel, had ik gehoord. Van de pianist wist niemand 100% zeker of hij zijn propedeuse eigenlijk wel had gehaald. Trompettist Frank Wouters had een glimlach op zijn gezicht, niet kapot te krijgen. Jan Wouter Alt, de gevaarlijke linksbuiten, speelde zonder uitzondering overal de pannen van het dak.
Het onweerstaanbare plezier waarmee ze speelden, dat was – bleek later – toch zeldzaam. Als het LSJG het op zijn heupen kreeg, rammelde alles en iedereen gezellig mee. Dan kreeg je de swing om de óren. Dan waren ze net de Harlem Globetrotters. Onoverwinnelijk.
Een groot zwak had ik voor Adriaan Jaeggi. In mijn ogen was hij de alles- en iedereen-verbindende factor van het orkest. Zijn aankondigingen waren welbespraakt, spits en hilarisch.
Hij had een groot hart, stelde zich kwetsbaar op. Iedereen hield van hem. Ook zijn vijanden, dat kon je zien. Dan ben je groots. Muzikaal was hij misschien niet de meest virtuoze van het orkest, maar in zijn spel toonde hij een enorm gevoel voor statement. Adriaan Jaeggi was wat jazz is. Speels, alert, gevat, fascinerend, aangenaam energiek.
Veel later pas, kwam ik erachter dat hij een mooie carrière had in de literatuur. Held van beroep heb ik toen meteen gekocht. Hij schrijft net zo scherp en grappig als hijzelf is, als zijn spel. Hij schrijft ook prachtig over muziek. Dingen die je alleen kunt weten als je het wereldje kent.
Helaas, Adriaan Jaeggi werd heel ziek en overleed in 2008. Hij leefde veel, veel te kort. Dat hij ongeveer zo oud was als ik nu, die wetenschap hakt er vandaag ineens in. Dat je er zomaar ineens niet meer kunt zijn. Vandaag voel ik de behoefte om hem te herdenken. Dankbaar dat ik hem van dichtbij heb meegemaakt.
Terecht dat je even bij hem stilstaat… Bijzondere man!
Aanstekelijke muziek en enthousiasme
Mooi stukje Tom.Fijn dat je zulke mooie herinneringen hebt aan ‘onze’ tijd. Bernard.
Ooit het mooie “swim with Sam” gehoord van a balladeer? Mooi liedje dat voorman Marinus de Goederen schreef naar aanleiding van het boek “held van beroep” van Adriaan Jaeggi.
Deze dus: http://youtu.be/lflcZf7J8lI
Jee Tom, wat leuk, heb nog met hem gespeeld en ook met Frank Wouters. Wat zit die Kansas City Kitty listig in mekaar. Het bier kwam waarschijnlijk pas na afloop…
Hee Tom, mooi stuk. Een tijdje geleden heb ik op mijn blog een stukje geschreven over Adriaan, en zijn kookboek wat posthuum is uitgekomen:
Dankjewel Tom. Je was mijn liefste, meest uitdagende leerling ooit. Als jochie van 14 kwam je bij me.Zo slim, zo nieuwsgierig. Zo snel! En met heel veel zorgen voor zo’n klein mannetje toen. Ik bewonderde je en ben blij dat je zo ontzettend goed geworden bent. Ik hoop dat je een beetje rust hebt nu er in de muziek niets te beleven is. Echt vreselijk jongen. Maar het komt wel goed… Kus. Bernard
Hartelijk dank voor dit mooie stuk. Ik heb veel met deze muzikanten gespeeld, ook in de Duke. Ook veel met Adriaan, samen in de which way to Kilimanjaro Big band en natuurlijk de Rolling Bones met trombonist Kees Broekhof. Adrian was een geweldige kerel, we hebben zoveel LOL gehad. En die schitterende boeken, romans, gedichten en zelfs een kookboek. Ik mis hem zeer!