Lucille laten janken, piepen en kreunen als in haar beste dagen

Voor zijn 42ste studio-album ging B.B. King in zee met producer T-Bone Burnett. Een schot in de roos.

B.B. King’s studio-album One Kind Favor (2008) klinkt niet als een oude, rammelende lp van een vergeelde artiest uit een genre dat zijn beste tijd heeft gehad. Eerder vorstelijk authentiek, chique en hi-fi tegelijk. Versterkt door moderne opnametechnieken. The best of both worlds. Een grote verdienste van Burnett.

T-Bone Burnett kun je gerust beschouwen als een connaisseur van de Amerikaanse muziekgeschiedenis. Een mooi voorbeeld daarvan is de soundtrack die hij samenstelde van de film Brother Where Art Thou? (2000). Een snoepwinkel voor de liefhebber.

Als producer heeft Burnett de aanpak van een chef-kok: smaakvol en gedoseerd. Als geen ander is hij in staat om naar artiesten te luisteren. Hij stuurt, ondersteunt en bewaakt de kwaliteit van het verhaal. Alsof hij beter weet wie zij zijn en wat ze nodig hebben, dan de artiesten zelf.

Of zoals hij zelf zegt: ‘I don’t tell people what notes to play‘.

Middelpunt

Op One Kind Favor laat B.B. King (1925-2015) zijn beroemde zwarte Gibson gitaar – liefkozend Lucille genoemd – ouderwets janken, piepen en kreunen als in haar beste dagen. Speciaal voor deze opname haalde Burnett een paar klassieke, vintage buizenversterkers van stal: de Fender Tweed Deluxes, een Vibroverb en een Vibrolux. Die maken het gitaargeluid extra gruizig en dik, zonder aan helderheid te verliezen.

In tegenstelling tot zijn werk van de jaren daarvoor, zingt B.B. King op One Kind Favor geen duetten met andere artiesten. Wat een verademing. King blijft zelf het stralende middelpunt. En zijn begeleidingsband dienstbaar op de achtergrond.

Niet zomaar een band trouwens: Dr. John op piano. Nathan East (die bij Clapton speelt) op bas. Drummers Jim Keltner én Jay Bellerose. En een uitgebreide blazerssectie onder leiding van trompettist Darrell Leonard, die we kennen van Costello. De muzikanten spreken de taal. Geen noot teveel. Over elk riedeltje is nagedacht. Alles valt op zijn plek, zo mooi.

Krachtig

Omdat hij zo goed gitaar speelt worden de zangkwaliteiten van B.B. King vaak onderbelicht. Ten onrechte: zijn zang-geluid is rauw, zijn teksten zijn 100% geloofwaardig en ritmisch is het oersterk. Een beetje zoals Louis Armstrong zingt, je kunt er niet omheen. Het krachtige vibrato van King snijdt overal doorheen en doet denken aan grote jazzcrooners zoals Jimmy Rushing en Billy Eckstine.

Het repertoire op One Kind Favor is een bloemlezing door het Amerikaanse blues- en roots- landschap. Met songs van B.B. King’s illustere voorgangers Blind Lemon Jefferson, T-Bone Walker, Lonnie Johnson en Big Bill Broonzy.

Een album dat de Mississippi ‘swamp’ ademt. Tijdens het luisteren waan je jezelf op een stoomboot, drijvend over de delta. De wind waait een beetje door je haren, en de verhalen van je gezelschap zijn nog sterker dan de drank.

Wat T-Bone Burnett eerder deed bij Elvis Costello, John Mellencamp, Alison Krauss en Robert Plant, lukte in 2008 wederom bijzonder goed bij B.B. King. Onder Burnetts vleugels klinkt B.B. helder, rauw en raak als nooit tevoren.

Met One Kind Favor won B.B. King in 2009 een Grammy voor ‘Best Traditional Blues Album’ – en terecht.

tom beek (c) hans reitzema

Tom Beek, saxofonist, tekstschrijver, webdesigner en fotograaf. Onregelmatig op Twitter en Instagram. Eindredacteur Jazz Bulletin. Nerd/helpdesk/detective. Gek op jazz, koffie en camera's. Ruikt aan boeken.

1 gedachte over “Lucille laten janken, piepen en kreunen als in haar beste dagen”

Plaats een reactie