Om gestoord van te worden!

Ik ben gek op jazz. Ik doe niets liever dan saxofoon spelen, me onderdompelen in de muziek en dan zo veel mogelijk improviseren. Als je met een ander muziek maakt, is het alsof je samen in de zandbak zit, als kleine kinderen. Wat er gaat gebeuren, weet je niet precies. Een zorgeloos gevoel van avontuur. Een duik in het diepe. Op zoek naar dat éne moment van magie. En meteen op naar het volgende.

Het is zelfs een beetje verslavend. Zolang je in dat moment van magie blijft, is alles goed. Je hoeft niet na te denken over grotemensen-problemen. Over tijd, afspraken, hypotheken, rekeningen en verplichtingen. Nee, je houdt vast aan je hartstocht. Zoveel en zo lang als maar kan. Grenzeloos genieten. Dat kan toch niet verkeerd zijn? Je bent tenslotte met je passie bezig?

Kinderen hebben een groot voordeel: ze hebben een vangnetje. Ze hóeven zich niet overal zorgen over te maken. Nog niet. Het zijn tenslotte kinderen. Kinderen moeten spelen. Kind zijn. Maar wij als volwassenen hebben geen vangnetje meer. We hebben een verantwoordelijkheid. En dat willen we liever niet teveel voelen. Waar moet je dán heen met je passie? Voor mij was het een groot dilemma. Om gestoord van te worden.

Als je diep in mijn hart kijkt, heb ik een grote hekel aan structuur. Ik hou er niet van als anderen zeggen wat ik moet doen. Als ik wakker ben, wil ik het liefst de hele dag op zijn beloop laten. En ik ga pas slapen als ik daar zin in heb. Of omval. Dat leventje heb ik een tijdje geprobeerd. In mijn studententijd. Ik ben zelfs geneigd om het te romantiseren. Maar zo goed was het niet. Ik bouwde niets op. Ik kwam altijd te laat. Ik schoof alles voor me uit. Ik maakte nooit iets af.

Langzaam maar zeker ben ik dingen gaan veranderen. Ik ben mezelf meer gaan accepteren. Ik probeer vooruit te kijken. Niet meer vanuit een primaire behoefte die bevredigd moest worden, maar voor een evenwichtig resultaat. Ik wil mezelf bevrijden van datgene wat me tegenhoudt. Zodat ik me kan ontwikkelen, om het beste van mezelf te laten zien, om hele mooie resultaten te behalen. Niet zozeer in cijfers, maar als mens. Ik wil weten wat mijn geluk precies is. En dat groter maken. Meer, beter, langer, waardevoller. Zonder steeds in een illusie te leven.

Het gekke is, langzaam kwam ik erachter dat structuur me gelukkig maakt. Dat ik me juist heerlijk kan storten op mijn passies, wanneer aan de belangrijkste randvoorwaarden zijn voldaan. Ik kwam erachter wat ik nodig heb om het maximale te halen uit mijn geluk. Wat ik mezelf moet geven, om iets terug te kunnen geven.

Nu geniet ik nog veel meer van muziek dan ooit. Als een klein kind. Onvoorwaardelijk, zonder me in te houden. Terwijl ik heel goed weet wat de risico’s zijn en waar mijn grenzen liggen. Ik weet dat ik aan mezelf heb gewerkt, om de voorwaarden te scheppen die ik nodig heb voor een gelukkig leven. Nu droom ik met mijn ogen open.

Vandaag schrijf ik dit aan jou. Omdat ik als geen ander weet waar jij tegenaan loopt. Omdat er nu een heel goed boek is, dat precies hierover gaat. En ben ik het slechtste voorbeeld van iedereen. Maar misschien ook het beste. Iemand die weet dat je dingen kunt veranderen.

Want in plaats van ‘gestoord’ ben ik liever ‘prettig gestoord’!

Dit stukje schreef ik als voorwoord voor het superleuke boek Om gestoord van te worden van Barbara Aalpol, dat deze maand uitkomt.

tom beek (c) hans reitzema

Tom Beek, saxofonist, tekstschrijver, webdesigner en fotograaf. Onregelmatig op Twitter en Instagram. Eindredacteur Jazz Bulletin. Nerd/helpdesk/detective. Gek op jazz, koffie en camera's. Ruikt aan boeken.

Plaats een reactie