Omgaan met kritiek, volgens Brené Brown

Brené Brown ken je waarschijnlijk van haar TED Talk ‘Brené Brown on Vulnerability‘ uit 2010. Die is ongeveer 15 miljoen keer bekeken en staat vierde op de lijst van best bekeken TED-Talks.

Haar ontwapenende betoog over kwetsbaarheid en schaamte werd door miljoenen mensen geprezen. Een geweldige mijlpaal voor Brown en een anker van steun en herkenning voor velen.

Brené Brown heeft ervoor dóórgeleerd. Ze werkt als onderzoeker aan de Universiteit van Houston. Ze schreef onder andere de boeken I Thought It Was Just Me, The Gifts of Imperfection en Daring Greatly over kwetsbaarheid, schaamte en durven.

Op het blogplatform Mijn Moment vertelt business coach Laura Babeliowsky hoe één van Brown’s boeken haar leven radicaal heeft veranderd. Indrukwekkend. Het bewijst dat de onderwerpen die Brown aansnijdt, enorm léven.

Maaiveld

Naast alle waardering die ze voor haar werk ontving, werd Brené Brown op het Internet ook volledig onderuit gehaald. De nare, op de persoon gerichte manier, deed mij denken aan de zwartepieten-discussie die onlangs in Nederland woedde.

Ze heeft er veel van geleerd, vertelt ze in de video Why Your Critics Aren’t The Ones Who Count van 99u. Hoe zij hierover vertelt is groots: krachtig en kwetsbaar tegelijk. Een eye opener, die ik graag met je deel.

Als je iets doet uit moed, heb je volgens Brown één zekerheid, je krijgt kritiek. Het valt niet te voorkomen. Maar het gaat erom dàt je het doet. Show up and be seen. En van iedereen die niet in jouw schoenen staat, mag je de feedback links laten liggen.

De arena

Omgaan met kritiek kun je vergelijken met optreden in de arena, zegt Brown. Die metafoor haalt ze uit een speech van Theodore Roosevelt, uit Citizenship In A Republic. Deze toespraak hield Roosevelt in Sorbonne (Parijs) in 1910.

‘It is not the critic who counts. it’s not the man who points out how the strong man stumbles, or where the doer of deeds could have done them better. The credit belongs to the man who is actually in the arena, whose face is marred by dust and sweat and blood. Who, at the best knows in the end the triumph of high achievement, and who at the worst, if he fails, at least fails while daring greatly.’— Theodore Roosevelt

Omgaan met kritiek

Als je jezelf beschermt, en jezelf een harnas aanmeet, sluit je daarmee ook een deel van jezelf af. Creativiteit en innovatie gedijen alleen bij openheid en kwetsbaarheid. Met een harnas schiet je niets op, zegt Brown. Dus: get naked.

Over criticasters — en met hoeveel ze zijn — heb je geen controle. Zeker is, dát ze er zijn. En je weet precies wat ze gaan zeggen. Het zijn namelijk dezelfde dingen waarmee jij jezelf ook de grond in praat. ‘Wie denk je wel dat je bent?’ ‘Denk je soms dat je beter bent dan een ander?’

Zeg je criticasters dat je hen gezien hebt. En gehoord. Zeg dat je doorgaat met je plan.

I see you, I hear you, but I’m going to do this anyway.

Hoe ga je daarmee om? Als in de arena gaat staan met een houding van ‘het kan me niet schelen wat anderen zeggen’, dan ga je uit verbinding. Dat wil je ook niet.

Stoelen reserveren

Kun je zelf bepalen wie er nog meer in je publiek zit? Misschien een leraar, of iemand die jou inspireert?

Brené Brown zegt: als je in het publiek tóch stoelen vrijhoudt voor je criticasters, reserveer dan ook een paar van je beste stoelen voor de mensen die van je houden. Die je energie geven om door te gaan, die jou steunen en zeggen: wat goed dat je het hebt gedaan.

Reserveer ook een stoel voor jezelf. Ga in de arena staan en doe het voor jou.

Kijk en luister zelf naar deze geweldige vrouw.

tom beek (c) hans reitzema

Tom Beek, saxofonist, tekstschrijver, webdesigner en fotograaf. Onregelmatig op Twitter en Instagram. Eindredacteur Jazz Bulletin. Nerd/helpdesk/detective. Gek op jazz, koffie en camera's. Ruikt aan boeken.

0 gedachten over “Omgaan met kritiek, volgens Brené Brown”

Plaats een reactie