Penny Lane

In 1983 kreeg ik van Job, een van mijn klasgenoten in de brugklas, een cassettebandje van The Beatles – wat een ontdekking.

In korte tijd namen The Fab Four bezit van mijn leven.

Hey Jude groeide uit tot een soort volkslied. Eleanor Rigby draaide ik als ik verdrietig was. Bij Strawberry Fields Forever moest ik steeds denken aan de dood van John Lennon die toen ik nog jong was nog vers in ieders geheugen lag. Bij Twist and shout danste ik met een denkbeeldige gitaar voor de spiegel.

Bij Penny Lane droomde ik over de perfecte wereld: gelukkige gezinnen in de zomer, mooie dorpjes met kerkjes, spelende kinderen. Hoe ben je staat om zoiets te bedenken?

Hoog tijd dat ik me daarin – niet alleen meer als luisteraar, maar ook als geschoold musicus – eens ging verdiepen.

Het nummer heeft eigenlijk drie delen. Onbezorgd en bedrijvig, dan beschouwend en melancholiek en dan weer harmonieus en open. Mooi, en duidelijk, is dat elke sfeer een eigen tooncentrum heeft. Voor de kenners: B, B mineur en A.

De melodie neemt je direct mee aan de hand. Het ritme is vlot en opgewekt, er is geen tijd om overal bij stil te staan. Een kapper met foto’s aan de muur van zijn klanten, mensen die elkaar gedag zeggen, kinderen die een bankier onschuldig uitlachen, een brandweerman die met een foto van de koningin aan de muur wat aan zijn motor sleutelt. What’s not to like?

Vederlicht

Penny Lane is het perspectief van nostalgie, van iemand die dit tafereel koestert. Ook al is het ‘very strange’ en wisselen zonnige perioden en buien elkaar af. De sferen volgen elkaar in zo’n hoog tempo op dat het vederlicht blijft; nergens verzandt het of wordt het zwaar. De (akkoord-) overgangen sluiten perfect aan op de wisselingen van de stemmingen.

Paul McCartney speelde zijn baslijnen altijd als laatste in, nadat alle andere partijen erop stonden. Zo kon hij mooi meebewegen. De baslijn van Penny Lane is uitzonderlijk knap geconstrueerd. Samen met de melodie en de pianopartij vormen zij de opbeurende ritmiek, zij zijn het anker van dit nummer. Elk detail is belangrijk. Over elke tel van de baslijn is nagedacht, als treden van een trap naar de hemel.

De kraakheldere, barokke solo die je hoort, komt niet uit een trompet, niet uit een piccolo, maar uit een piccolo trompet (een Bach-trompet). Uniek in pop/rock-muziek en hoogstwaarschijnlijk geïnspireerd op de Brandenburgischen Konzerte van Bach. De briljante producer George Martin wist trompettist David Mason bovendien zo gek te krijgen om de (zelden gehoorde) hoge E te spelen. Alles voor de melodie en die is natuurlijk schitterend. Hulde ook voor studiotechnicus Geoff Emerick.

Pepper

Grappig detail is dat Penny Lane (van McCartney) en Strawberry Fields Forever (van Lennon) tegelijk als ‘dubbele single’ werden uitgebracht als voorloper van — en onderdeel uitmaakten van de sessies voor — het iconische album Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band. Omdat niemand raad wist met twee A-kantjes, flopte de dubbele single en daardoor verschenen de nummers niet op ‘Pepper’. George Martin noemde het een van zijn grootste blunders.

Hoe het ook zij, deze opbeurende, kraakheldere opname van Penny Lane uit 1967 klinkt na al die jaren nog steeds als de perfecte wereld. Is het een droom of is het echt?

En dankjewel Job!

tom beek (c) hans reitzema

Tom Beek, saxofonist, webdesigner, fotograaf en tekstschrijver. Onregelmatig op Twitter en Instagram. Eindredacteur Jazz Bulletin.

0 gedachten over “Penny Lane”

Plaats een reactie