Vinyl Challenge (deel 2): uitleg bij mijn favoriete platen

Als je een deel één schrijft, moet je ook B zeggen. Hier is ie dan: een vervolg op Vinyl Challenge deel 1.

Nu is het tijd om de platen toe te lichten. Twintig mini-blogs voor de prijs van één. Leuk als je reageert!

1. Coltrane Jazz

Het was niet de eerste plaat die ik had van Coltrane. Is het zijn beste? Misschien niet, misschien wel. Op Coltrane Jazz vind ik hem zo intrigerend. Hij speelt als een ruwe diamant. Met één been in zijn nieuwe periode, met het andere nog diep in de oude periode. De traditie in zijn heilige saxofoonspel is zo sterk aanwezig. Zoveel ideeën, vrijheid en virtuositeit. Wat een iconische speler. Van Trane krijg ik nooit genoeg.

2. Decoy

Het was 1984, ik logeerde bij een vriend en in de platenkast van zijn ouderlijk huis vond ik Decoy. Ik had wel eens van Miles Davis gehoord, maar dit was lang voordat ik zijn oudere werk had ontdekt. Decoy klonk vreemd en tegelijk onweerstaanbaar mooi. De mystieke, met blues doorspekte, aardedonkere jazzfunk met die duizelingwekkende harmonieën van Robert Irving III was ook mijn kennismaking met de briljante sopraan van Branford Marsalis en de botervette jazznoten van John Scofield. Allemaal muzikale liefdes die een heel leven meegaan. Van Miles had ik hier net zo goed veertig platen kunnen kiezen. Een challenge op zich.

3. Turks Fruit

Pas twintig jaar na het verschijnen van de film, kreeg ik de magische muziek van Turks Fruit onder oren. De klanken moeten in mijn DNA hebben gezeten. Misschien kwam het door mijn Vlaamse roots, dat ik volkomen vertrouwd was met het geluid van Toots Thielemans. Alles aan de muziek van Turkse Fruit vind ik mooi. De composities die zo sterk zijn dat ze gebeiteld staan in ons collectieve geheugen, de solisten, de harmonische vondsten in de arrangementen en orkestraties van Rogier van Otterlo, het gevoelige, krachtige touché van Rob Franken op de Fender Rhodes. Een must in mijn Vinyl Challenge.

4. Tutu

Het zal ongeveer 1986 geweest zijn, toen Tutu uitkwam. Een vaak eerder geprobeerd, maar zelden zo goed gelukt huwelijk tussen synthesizers en de ijle trompet van Miles Davis (hij weer). Omringd door een muur van electronica bezorgt hij me met drie noten al kippenvel. Dan is de orkestratie geslaagd. De begeleiding en productie van wunderkind Marcus Miller (die ik kende van Straphangin’ en David Sanborn) is niet bombastisch, eerder mystiek en organisch. Door Miles leerde ik ook Kenny Garrett kennen, één van mijn favoriete saxofonisten.

5. Face Value

Genesis is bij mij met de paplepel ingegoten, via de platencollectie van mijn broer. Phil Collins die solo ging met Face Value, dat was me wat. De virtuoze drummer met zijn geweldige energie en humor. En die uit duizenden herkenbare drumsound. Het heeft mooie nummers opgeleverd: You Can’t Hurry Love, Against All Odds, Easy Lover en One More Night. Allemaal klassiekers voor mij. Als geen ander wist hij spanning te creëren, verpakt als heerlijke popliedjes. Hij is ook altijd een voorbeeld geweest van creativiteit en ‘zelf doen’. “Een goede drummer”, zei hij ooit, “haalt meer muziek uit een vooroorlogs drumstel, dan iemand die alleen maar weet hoe je tien drumcomputers aan elkaar kunt koppelen.”

6. Black Codes

De platen die Wynton Marsalis eind jaren tachtig maakte, zoals J Moods en Black Codes (from the underground) zette voor mij de standaard van wat serieus jazz spelen is. Messcherpe composities, absurd goed spel van jonge, swingende Amerikanen die niet alleen de traditie heel goed kenden, maar ook de vloer aanveegden met de gevestigde orde. IJzersterk. De platenhoezen werden volgeschreven met pretentieuze epistels van Stanley Crouch, maar dat maakte me niks uit. Stuk voor stuk idolen: Wynton, Branford, Kenny Kirkland, Jeff Watts. Zij hebben de lat zo hoog gelegd. Wie volgt hen op?

7. The Flat Earth

De wereld van Thomas Dolby was voor mij veel meer dan muziek. Alsof ik een wonderbaarlijk boek las over sterrenkunde, zat ik dagenlang op de bank. The Flat Earth op de platenspeler en de hoes op schoot. Een van de platen die je laat nadenken over meer dan muziek, over de wereld. Over andere geluiden, andere groeven, over hoe je electronica tot leven kunt wekken. Een voorbeeld van creativiteit dat mij nog steeds inspireert.

8. Bring on the night

Een Vinyl Challenge zonder Sting kan niet. Samen met miljoenmiljard anderen groeide ik op met The Police. Het trio veroverde de wereld. In elk geval die van mij in 1981. De muziek waar je als puber mee opgroeit, is bepalend voor je leven, zeggen ze wel eens. Supergoeie liedjes, sprankelend spel (Stewart Copeland!!!), wat een energie die gasten. Ik deinde graag mee op de rebelse attitude. Door Every breath you take bewaar ik goede herinneringen aan de zomer van 1983. Maar ik snapte wel dat Sting solo ging. Turtles was een sensationeel album, een nieuwe richting, een groot succes. Uiteindelijk heb ik Bring on the night veel vaker gedraaid. Oké, het vaakst vanwege de ultieme pianosolo van Kenny Kirkland. Je hoort met hoeveel vuur deze geniale mannen samenspelen. Wat een band!

9. Still live

In de periode waarin ik Keith Jarrett ontdekte, was ik vrij onzeker. De overgang van een zorgeloze scholierenbestaan naar een zelfvoorzienend volwassen leven, als muzikant nota bene, verliep op zijn zachtst gezegd nogal stroef. Ik las Kamagurka, Wittgenstein, Krishnamurti en zware filosofische literatuur, tobte wat af, hing in de kroeg, leefde ongezond en mijn studie wilde maar niet vlotten. Ook de maanden waarin ik wel eens jointjes rookte, hebben er zeker aan bijgedragen dat deze muziek insloeg als een bom. De diepte en de rijkdom van Keith Jarrett kent voor mij geen grenzen. Een zeldzaam, levend voorbeeld van iemand waarin techniek en verbeeldingskracht hand in hand gaan. Van Still Live ken ik elke noot, elk basnoot, elke cymbal, ik droom er nog wel eens van.

10. Live at the Plugged Nickel

Hoezeer Miles Davis’ legendarische kwintet op dreef was, tijdens concerten in Chicago in december 1965, daar schreef ik al eerder over. Lees hier deel één en hier deel twee. De verbeeldingskracht waarmee ze hier improviseren, en de muziek opnieuw uitvinden, is nog niet geëvenaard. Wat Wayne Shorter allemaal speelt op On Green Dolphin Street, is niet van deze wereld.

11. saxophone Colossus

Volume 2 had ik als eerste op vinyl toen ik vijftien was. Maar ik had al snel door dat Saxophone Colossus het meesterwerk was van Sonny Rollins. Voor zijn platen moest ik wel lang lang sparen. Deze kostte negentig gulden! Al mijn hele leven fan van deze man met de onuitputtelijke melodische vondsten, de pure blijdschap waarmee hij speelt, zijn swing, de energie, de liefde voor muziek. Wat een heerlijke en krachtige persoonlijkheid. Onweerstaanbaar goed. Niet te imiteren.

12. Jaco Pastorius

Het moment waarop Jaco Pastorius de muziekwereld volledig op zijn kop zette, zoals Jimi Hendrix dat tien jaar eerder had gedaan, had zoveel indruk gemaakt, dat mensen het er nog járen over hadden. Mijn eerste kennismaking met Weather Report was Heavy Weather. Later vond ik het vreemd dat andere mensen Teen Town niet als volkslied hadden. Ik zie het wel voor me, aan het begin van een voetbalwedstrijd in een groot stadion, dat 60.000 mensen dat tegelijk meezingen.

13. Steps Ahead

Door de jaren heen is mijn liefde voor het spel van Michael Brecker misschien wel de meest consistente van allemaal geweest. Hij heeft mij op alle fronten geraakt. Als mens, als muziekliefhebber, als speler (enorm), als ontdekkingsreiziger en zelfs als spirituele gids. Toen ik hem begin jaren tachtig voor het eerst hoorde op Smokin’ in the Pit viel ik van mijn stoel. Sindsdien is hij als een magneet voor mij. Ik kwam er trouwens achter dat ik zijn briljante geluid nog veel langer kende, bijvoorbeeld van Paul Simon. De stijl, de energie, de spirit die ik altijd dichtbij me draag. Toen ik vijftien was, in 1985, zag ik Steps Ahead live op het North Sea Jazz Festival in het Tuinpaviljoen, vanaf de voorste rij. Ik was voor de rest van mijn leven verkocht.

14. Straight to the heart

Door nieuwsgierigheid gedreven na het lezen van een recensie, vroeg ik in mijn platenzaak om deze plaat. En ik was meteen om. Een saxofoonplaat, waar lekker op gespeeld werd. Niet alleen maar funken op één akkoord, geen overbodige muzikale acrobatiek, maar mooie liedjes en mooie akkoorden. Er ging een wereld voor me open. Het geluid van David Sanborn gaat natuurlijk door merg en been. De blues kruipt waar-ie niet gaan kan. En mijn eerste kennismaking met Don Grolnick. Duizend kippenvel momenten.

15. Speak like a child

Zijn skills, zijn verbeeldingskracht, zijn constructies, zijn composities, zijn swing. Herbie Hancock kent geen grenzen. Dit is een monsterplaat, zo goed. In een trio setting is een pianist heel kwetsbaar en bepalend tegelijk. Maar de jonge Hancock laat de luisteraar alle hoeken van de kamer zien. Hoe hij op deze — overigens briljant georkestreerde — plaat al zijn ideeën aan elkaar breidt, is ongelooflijk. Altijd een goede melodie, altijd verrassend, met een enorme drive.

16. Cityscape

Over het spel van Michael Brecker heb ik zoveel gezegd. En kan ik nog weken doorgaan. Maar zijn samenwerking met componist/arrangeur Claus Ogerman is wel een heel bijzondere match. Hij daagt de lyrische tenorist uit om letterlijk alle registers open te trekken, melodisch en harmonisch. De orkestraties zijn fenomenaal.

17. Sgt. Pepper Lonely Hearts Club

De muziek van The Beatles heb ik ergens de brugklas in mijn hart gesloten. En daar zijn zo nooit meer weggegaan. Ik heb John, Paul, George en Ringo altijd beschouwd als een groep vrienden die toevallig ook samen muziek maakten. Geniaal en gek tegelijk, inventief, innovatief, productief. Alles to the max. Deze plaat heb ik geen enkele keer gedraaid, maar altijd ergens in mijn kamer opgehangen. Die verhuist gewoon altijd mee. Net als de muziek.

18. Guilty

Rond 1981 was mijn moeder een groot fan van Barbara Streisand. De LP Guilty lag thuis regelmatig op de draaitafel. Ik ken elke noot uit mijn hoofd. Pas later ontdekte ik hoe goed de songs van The Bee Gees in elkaar zaten, maar ook de geweldige sessiemuzikanten zoals Steve Gadd — de drummer op het nummer Guilty — en Richard Tee. Zij werden mijn helden. Ik wilde dat ook. Zo diep in de muziek, dicht bij het vuur. Spelen met je makkers. Ik kreeg een romantisch beeld van muziek maken, dat ik eigenlijk nog graag zo houd.

19. Off the wall

Toen Michael Jackson solo ging was hij als één van The Jacksons al een superster. De verwachtingen waren hoog gespannen bij het verschijnen van Off the Wall. Maar dat was nog maar het begin! Hij was de eerste die groter dan groots zou worden. En er ook aan ten onder ging. De tijd van Off the Wall heeft voor mij nog die onbevangenheid, die magie. Alsof Quincy Jones had gezegd: “Maak muziek zoals je deed toen je net begon”. Alles klopt aan die plaat. De songs, de sound, de mensen, de energie. En die blazers!

20. Hotter than July

Als ik maar één iemand mocht kiezen voor de Vinyl Challenge, dan is het Stevie Wonder. Eén van mijn allergrootste helden aller tijden. Alleen zijn stemgeluid laat mijn hart al zingen. Hij heeft alles in zich, van Bach tot Ray Charles, van Duke Ellington tot Donny Hathaway. Maar hoe deze man zijn eigen stijl heeft ontwikkeld, vind ik zo mooi en authentiek. Die magistrale stem en die wonderschone liedjes. Als je mij zou vragen hoe ik liefst zou willen klinken, dan is het zijn stem of zijn mondharmonica. Alleen maar liefde.

tom beek (c) hans reitzema

Tom Beek, saxofonist, tekstschrijver, webdesigner en fotograaf. Onregelmatig op Twitter en Instagram. Eindredacteur Jazz Bulletin. Nerd/helpdesk/detective. Gek op jazz, koffie en camera's. Ruikt aan boeken.

3 gedachten over “Vinyl Challenge (deel 2): uitleg bij mijn favoriete platen”

  1. Ik kan het er alleen maar mee eens zijn. Ik ken de muziek van al deze artiesten ook en zijn ook terug te vinden in mijn bonte verzameling van cd’s (die overigens heel divers is)
    Rogier van Otterloo: prachtig, ik heb een 3 dubbel verzamel cd van zijn muziek. Heel divers en toch heel herkenbaar. Een groots componist die ons veel te vroeg is ontvallen.

    Beantwoorden
  2. Aai Tom.
    Ik hoor tijdens je solo’s bij The Royal Dutch Scam wie en wat jouw voorbeelden zijn.
    Maar je zet het helemaal naar je eigen hand, met eigen accenten.
    Alhoewel sax nooit echt mijn ding is geweest, ben ik het meer en meer beginnen appreciëren sinds ik jullie bezig zag.
    Hopelijk tot gauw.
    En hou het gezond.

    Beantwoorden

Plaats een reactie