Ben Webster is zonder twijfel één van de koningen van de tenorsaxofoon. In de jaren zestig maakte Johan van der Keuken de unieke documentaire Big Ben over zijn tijd in Amsterdam.
Webster begon in de jaren dertig, in de big bands van swing-grootheden als Bennie Moten, Fletcher Henderson en Teddy Wilson. Toen hij in 1940 solist werd in het orkest van Duke Ellington, vestigde hij definitief zijn naam. In de jaren vijftig maakte hij legendarische opnames met Coleman Hawkins, Oscar Peterson en Art Tatum die zijn reputatie als King of the Tenors verder verstevigden.
Swingen en scheuren
Zijn time is zeldzaam, zijn sound herkenbaar uit duizenden, zijn gevoel voor statement ongeëvenaard. Met lepe, eenvoudige melodische lijnen gaf hij iedereen het nakijken. Hij kon zoet en vederlicht swingen, maar ook scheuren als een snijbrander. Big Ben wordt gezien als één van de allergrootste tenorsaxofonisten.
Branford Marsalis, die op het album Trio Jeepy een prachtig eerbetoon aan hem opnam, zei ooit: ‘When Ben Webster plays, sex just drops off the horn‘.
In de jaren zestig verhuisde Webster naar Europa. Johan van der Keuken maakte in 1967 de korte documentaire Big Ben, Ben Webster in Europe over zijn tijd en leventje in Amsterdam. Een mooie collectie alledaagse beelden; ook Don Byas komt even in beeld.
Webster’s allerlaatste optreden was in Leiden, in jazzcafé De Twee Spieghels op 6 september 1973. Het café was lange tijd gesloten maar is inmiddels in ere hersteld. Elk jaar op 6 september wordt het legendarische concert van Webster herdacht.