In de hoogtijdagen van de Swing speelde Tyree Glenn eerst bij artiesten zoals Benny Carter en Cab Calloway, tot hij in 1947 zijn naam vestigde in de big band van Duke Ellington.
Door zijn inventieve en muzikale gebruik van de pixie (demper) en de plunger (wc-ontstopper) stond hij bekend als ‘wah-wah trombonist’, in de voetsporen natuurlijk van Tricky Sam Nanton.
Kwintet en sextet
Eind jaren vijftig maakte Tyree Glenn ook opnamen onder eigen naam, met Shorty Baker (trp), Hank Jones (p), Mary Osborne (gtr), Milt Hinton (b) en Jo Jones (dr). Dat leidde tot drie platen voor het label Roulette: At the Embers (1957), At the Roundtable (1958) en At the London House (1958).
Alle tracks van deze platen, 35 in totaal, werden in 2004 als verzamelbox uitgebracht door het label Lone Hill Jazz. Dat is weer onderdeel van Disconforme, een in Andorra gevestigde, tamelijk obscure distributeur die sinds 1998 blijkbaar allerlei kleine labels heeft opgekocht – of het bedrijf überhaupt nog bestaat, dat weet niemand.
Drummer van dienst op deze opnamen is Jo Jones – geen familie van Thad, Elvin en Hank, voor zover ik weet. Voor wie ‘Papa’ Jo Jones niet kent: hij maakte van 1933 tot 1948 furore in de Count Basie big band, waar hij een legendarische tandem vormde met gitarist Freddie Green en bassist Walter Page. Jo Jones wordt gezien als grote innovator van de jazz drums, die als eerste bedacht om ook de hihat te gebruiken. Wist u dat hij ook tapdanser was?
Een gospel-hymne
Op het repertoire van Hank Jones & Tyree Glenn Quintet & Sextet staat onder andere een swing-versie van By and by when the morning comes.
De tekst is intrigerend: We are often tossed and driven/ on the restless sea of time. En later: By and by when the morning comes/ when all the saints of God are gathered home/ we will tell a story of how we overcome/ for we’ll understand it better by and by.
Als ik het goed begrijp worden we door elkaar geschud op de woelige baren van de tijd. We weten niet of alles goed komt, maar we overleven het wel, vertrouw erop dat je het ooit begrijpt.
Geen valse hoop dus, maar je krijgt wel het gevoel dat je de realiteit kunt dragen. Mooi zo.
Swingen
Deze muzikanten preken niet, ze spelen. Veel harder swingen bestáát niet. Het spel van pianist Hank Jones is boven elke twijfel verheven: hij speelt verrassend, harmonisch ijzersterk en zit altijd vol met vondsten. Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend bij hem, maar het is ongelooflijk goed.
Ook de wah-wah trombonist sloot ik direct in mijn hart. Wat een heerlijke muziek. Precies de goede noten. Alles raak. Geen noot te veel of te laat. Een goed verhaal. Bas en gitaar zitten vastgelijmd aan de drums; zes handen op één buik.
De held op By and by when the morning comes is daarom Jo Jones. Eigenlijk doet hij niets anders dan de trein laten rijden. Hij leidt, licht en sterk tegelijk. Nergens speelt hij eens een serieuze, niets en niemand ontziende fill, zoals drummers dat in de bebop plegen te doen. Nee, gewoon lekker doorgaan.
Voilà, hier wordt de essentie van het leven én van swing gratis uitgeserveerd. Binnen twee en een halve minuut sta je als luisteraar weer buiten, geknipt en geschoren.
Met dank aan Bert Vuijsje en Ilja Reijngoud