Happy rock 'n roll van Chuck Berry

Voor een goed liedje heb je aan twee akkoorden genoeg. Over Chuck Berry, Emmylou Harris en Pulp Fiction.


Soms heeft een liedje meerdere levens. Zo hoorde ik in 1977 de prachtige aardse stem van Emmylou Harris in C’est La Vie (You Never Can Tell). Een country-nummer met veel gitaren en de heerlijke fiddle van Ricky Skaggs. In Nederland was het destijds veel te horen; in de Top 40 stond het zelfs even op nummer 4.

Zeventien jaar later kwam ik het liedje opnieuw tegen in mijn studententijd, ditmaal in de cultfilm Pulp Fiction (1994). Daarin doen John Travolta en Uma Thurman mee aan een danswedstrijd in de jaren ’50 diner Jack Rabbit Slim’s. Zo stoned als een aap dansen ze op de originele versie van C’est La Vie (You Never Can Tell) van Chuck Berry en gaan zelfs met de beker naar huis. Ik was meteen fan van zowel Tarantino als Chuck Berry.

Voor het originele liedje gaan we terug naar oktober 1963. Chuck Berry was net vrij. Hij had anderhalf jaar in de gevangenis gezeten omdat hij een 14-jarig Mexicaans meisje zou hebben opgepikt om voor hem te werken – of, zoals de officiële aanklacht luidde: ’transporting an underage female across state lines for immoral purposes’. Toen hij uit de bak kwam, bleken de Beatles en Rolling Stones de muziek van Chuck Berry te spelen. Producers Chess Brothers van het gelijknamige platenlabel in Chicago wilden meeliften op het succes van de British Invasion en namen Berry mee de studio in. Het album St. Louis to Liverpool van Chuck Berry uit 1964 werd zeer succesvol. C’est La Vie (You Never Can Tell) was een van de singles die het in de Billboard Top 100 tot de 14e plaats zou schoppen.

In de blues en rock ’n roll verwacht je in het eerste couplet al een drankprobleem, ziekte, moord of scheiding. Niet in You Never Can Tell. De tekst – de Franstalige woorden onderstrepen de historische connectie die St. Louis (Chuck Berry’s geboorteplaats) en New Orleans hebben met de Franse cultuur – vertelt over een zorgeloze ’teenage wedding’. Over een mooie platenverzameling, een paar robuuste Roebuck meubels en een Coolerator koelkast gevuld met ginger ale. Ach, de tiener-tortelduifjes genieten van koele, alcoholvrije drankjes, hoe onschuldig. Ik zocht nog naar een dubbele bodem, maar nee, het leven lacht het jonge bruidspaar toe. Happy rock’ n roll. Chuck Berry bevestigt dat beeld in een interview met Record Mirror: ‘I aim specifically to entertain and make people happy with my music.’ En we zingen ‘C’est la vie said the old folks/ it goes to show you never can tell’, ofwel: je weet maar nooit hoe het leven loopt.

Het geheim van dit liedje? Het is vrolijk en swingt de pan uit. En veel saxofoon, hou ik toevallig ook van. Bijna drie minuten lang dendert het onverstoorbaar door zonder dat je een seconde verveelt. Een gezellige feesttrein waarbij je maar één kans krijgt: laat ik ‘m voorbij rijden of spring ik erop? En dat alles met maar twee akkoorden. Chuck Berry kan dat, hij begrijpt dat.

Dankjewel, Chuck Berry, voor dit heerlijke liedje. Voor jou neem ik mijn hoed af.


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ook leuk